Clicky


Apps veroveren vaste positie in het logistieke IT-landschap

Apps veroveren vaste positie in het logistieke IT-landschap
05-10-2017 10:19 | Bedrijfsnieuws | auteur Redactie [FE]

UTRECHT - Het gemak van apps dat we kennen van onze eigen smartphone of tablet, dringt steeds dieper door in de logistiek. Meer en meer warehousemedewerkers gebruiken al een app voor orderpicking, maar de verwachting is dat het aantal apps op hun apparaten alleen maar toeneemt. Tijdens de vakbeurs ICT & Logistiek van 28 tot en met 30 november laten veel ICT-leveranciers zien welke waarde zij toevoegen met hun apps. 

Het IT-landschap in de logistiek verandert. De traditionele warehouse management, transport management en ERP-systemen blijven hun functie behouden, maar zijn niet meer toereikend om de supply chain van de toekomst te ondersteunen. Daarvoor zijn andere oplossingen nodig, schrijft adviseur Jeroen van den Berg in zijn visie op de supply chain voor 2020. Mobiele apps vormen daarvan een belangrijk voorbeeld. “Die dienen vooral om altijd en overal informatie te delen met medewerkers en externe relaties”, licht Van den Berg toe.

“Denk aan de medewerkers op de vloer die orders moeten verzamelen, verpakken en verzenden, maar ook apps voor het inventariseren van voorraden of het scannen van documenten. Daarnaast bieden steeds meer systemen prachtige dashboards die via smartphone of tablet inzicht in de operatie geven.”

App voor orderpicking

Davanti is één van de WMS-leveranciers die apps heeft ontwikkeld. Deze apps zijn geïntegreerd met CORAX, het WMS van Davanti. Ze worden door de medewerkers op de vloer gebruikt voor bijvoorbeeld orderpicking. “Voor dat soort processen werken we alleen nog maar met mobiele apps”, stelt Marcel van Etten, verantwoordelijk voor business development bij Davanti.

“In het verleden bouwden we applicaties die specifiek op elk apparaat waren aangepast. Als een klant dan besloot om een ander apparaat in te zetten, moesten we ook dat stukje software weer aanpassen. Dat is met mobiele apps niet meer nodig. Die draaien zonder aanpassingen op elk apparaat met een Android-, Windows- of iOS-besturingssysteem.”

De apps van CORAX zijn alleen bedoeld voor uitvoering van de operationele processen in het warehouse. Voor managers die via hun smartphone inzage willen in bijvoorbeeld de voortgang van de operatie, zijn geen apps ontwikkeld. De vraag is of dat een probleem is.

“CORAX is een volledig webbased-systeem dat in de cloud draait. Dat betekent dat het systeem toegankelijk is via elk apparaat met een internetbrowser, dus ook met een smartphone of tablet. Dat is handig voor managers en planners, maar niet voor orderpickers. Die wil je niet op een dergelijke manier toegang geven tot het WMS. Die heeft alleen behoefte aan een eenvoudige applicatie die hem stapsgewijs zonder afleiding door het proces leidt”, aldus Van Etten, die toegeeft dat een app vaak wel gebruiksvriendelijker is. “Wij denken erover na om bepaalde dashboards wel via een app beschikbaar te maken, zodat een manager voordat hij ’s ochtends van huis wegrijdt snel kan checken hoe druk het wordt. Op verzoek van een klant hebben we recent functionaliteit voor dockscheduling aan CORAX toegevoegd. Misschien is het interessant die te ontsluiten via een app, zodat ook een chauffeur kan checken welke dock voor hem is gereserveerd.

Foto’s delen en archiveren

Naast apps voor standaard processen als orderpicking en goederenontvangst biedt de markt ook steeds meer apps die zich richten op specifieke toepassingen. Een voorbeeld is CargoSnap, een app waarmee iedereen in het warehouse eenvoudig foto’s kan maken, opslaan en delen. Volgens Marcel Merkx van CargoSnap telt elke warehouse-operatie in ieder geval twee momenten waarop de app zijn waarde bewijst. Dat is allereerst bij goederenontvangst, wanneer een foto het bewijs kan leveren dat een pallet beschadigd is binnengekomen. Het andere moment is als de goederen het warehouse verlaten, waarbij het bedrijf zich met een foto van de zending kan indekken tegen toekomstige claims.

“Bij goederenontvangst is het zaak om foto’s van beschadigde goederen zo snel mogelijk inclusief tijdstip en locatie te delen met leveranciers. Met CargoSnap is elke foto binnen een tel beschikbaar op de backoffice. Bij verzending is het juist zaak om foto’s goed te archiveren, zodat ze later snel kunnen worden teruggevonden. Ook dat faciliteren wij met een cloudoplossing”, vertelt de oprichter van de Utrechtse start-up.

Foto’s maken tijdens ontvangst of verzending van goederen is in veel warehouses al dagelijkse praktijk, beaamt Merkx. “Maar nu gebeurt dat vaak met een smartphone of digitale camera, die aan het einde van de dag op kantoor wordt uitgelezen. Vervolgens moet handmatig worden uitgezocht welke foto bij welke order hoort om ze te kunnen archiveren. Met onze app is het mogelijk om elke foto door scannen van een barcode op de pallet of laadlijst aan de juiste order te koppelen. Onze oudste klant in Moerdijk heeft in een jaar tijd maar liefst 70.000 foto’s gemaakt en bespaart op deze manier veel tijd”, verklaart Merkx, wiens app op dit moment door bedrijven uit Nederland, de Verenigde Staten en Brazilië wordt gebruikt.

Ontwikkelen en beheren van apps

Met de toename van het aantal apps groeit ook de behoefte bij bedrijven om al die apps efficiënt te ontwikkelen, uitrollen, integreren en updaten. Dat kan met een mobile enterprise application platform zoals Zetes dat levert. “Met een dergelijk platform hoeven bedrijven maar een keer een app te bouwen, waarna die geschikt is voor elk apparaat en elk besturingssysteem. Ook standaard apps van andere partijen, kunnen via dit platform worden beheerd. Dankzij het gebruik van API’s kunnen ze geïntegreerd worden met elk ERP, warehouse of transport management systeem”, vertelt Paul Lankhout, country manager van Zetes in Nederland.

De afgelopen jaren is de vraag naar dergelijke platformen snel gegroeid, vertelt Lankhout. “Een ERP of WMS implementeer je voor vijf of tien jaar, misschien nog langer. De snelheid waarmee de bedrijfsvoering verandert, vraagt echter om apps die veel sneller beschikbaar zijn. Daarmee kunnen bedrijven kleine, maar waardevolle procesverbeteringen realiseren. Ze willen geen half jaar of nog langer meer wachten voordat een nieuwe module van een ERP-systeem is ontwikkeld en geïmplementeerd.”

Wel of geen smartphone

De populariteit van apps heeft ook impact op de hardware die wordt gebruikt in warehousing en transport. Apparaten met het Android-besturingssysteem veroveren snel terrein op het aloude Windows CE-systeem, maar dat hoeven niet per definitie industriële apparaten te zijn. Goedkope standaard smartphones die voor de consumentenmarkt zijn ontwikkeld, kunnen ook worden ingezet voor bijvoorbeeld orderpicking of voorraadinventarisatie.

“Een industrieel apparaat is robuuster, maar ook duurder en van een minder krachtige processor voorzien dan bijvoorbeeld een iPhone. Wat de beste keuze is, verschilt per klant”, stelt Van Etten. “In een koel- of vrieshuizen zal een smartphone het snel begeven. Maar in hele grote warehouses waarin alleen volle pallets in- en uitgaan en slechts enkele scans per dag nodig zijn, is misschien niet eens een wifi-netwerk nodig. Zeker als de medewerkers ook op het buitenterrein actief zijn, kan een smartphone met een 4G-verbinding dan aantrekkelijker zijn.”

Lankhout ziet dat de meeste warehouses van enige omvang toch beter af zijn met een industrieel apparaat. “Die is speciaal ontwikkeld voor intensief gebruik en kan tegen een stootje. Wie de hele dag lang continu barcodes scant, steeds weer een beroep doet op de bluetooth verbinding met een scanner of een mobiele printer en voortdurend via de radiokaart contact zoekt met het wifi-netwerk, vraagt heel wat meer van zijn batterij dan een standaard smartphone aan kan. Vergeet niet dat je met een consumententoestel ook de Google Mobile Services (GMS) krijgt meegeleverd, die voortdurend vragen om updates van apps en dergelijke. Dat vreet geheugen en energie, waarop je niet zit te wachten tijdens het orderpicken. Fabrikanten van industriële hardware spelen daarop in met non-GMS-versie, waarmee updates en dergelijke veel beter te plannen zijn.”

Switchen tussen apps

Lankhout wijst ook op de gebruiksvriendelijkheid van een toestel. Wie duizend barcodes op een dag scant, wil graag een toestel dat handig te bedienen is. “Denk ook aan voicepicking. Daarvoor kun je in principe de spraakfunctie van Google toepassen, maar de vraag is of de kwaliteit even goed is als de speechengines die speciaal voor voicepicking zijn ontwikkeld. Een score van 99,0 in plaats van 99,8 procent is dan al een groot verschil. Als medewerkers één op de honderd woorden moeten herhalen, blijft van de gewenste productiviteitsstijging niet veel meer over”, aldus Lankhout.

Eén ding is duidelijk: de toename van het aantal apps leidt ertoe dat medewerkers straks het warehouse ingaan met apparaten waarop meerdere apps draaien. Afhankelijk van hun taak kunnen ze de app inzetten die ze nodig hebben. Zijn ze klaar met voicepicking? Dan sluiten ze die app af om de app voor voorraadinventarisatie te openen. Zijn ze bezig met goederenontvangst? Dan switchen ze van app om de dockplanning te bekijken, een digitale vrachtbrief te ondertekenen of een foto van de lading te maken. En misschien gebruiken ze whatsapp om tussendoor met planners of leidinggevende te overleggen. Multimodaal, noemt Lankhout dat. “Ook daarvoor geldt dat het zaak is om al die apps goed te beheren. Welke medewerker heeft toegang tot welke apps? Ook dat kan met een mobile enterprise application platform.”