Onderzoeksraad: Shell liet steken vallen

DEN HAAG - Shell Moerdijk heeft steken laten vallen bij het inschatten van veiligheidsrisico’s. Mede daardoor is het mogelijk geweest dat maar liefst 68 dagen lang 27 ton van de zeer gevaarlijke en kankerverwekkende stof ethyleenoxide ongemerkt in de buitenlucht terecht heeft kunnen komen. Dat meldt de Onderzoeksraad voor Veiligheid in het donderdag verschenen rapport over het lek bij Shell.

Het lek werd eind januari vorig jaar ontdekt. Hoewel er geen gevaar was voor de gezondheid van de medewerkers en omwonenden, omdat de uitstoot op ruim twintig meter hoogte gebeurde, kan ethyleenoxide bij directe blootstelling leiden tot ernstige gezondheidsschade.

"Shell Moerdijk schatte vooraf het risico van een omvangrijke emissie van ethyleenoxide laag in'', concludeert de Onderzoeksraad. "Als een bedrijf zich te eenzijdig richt op de veiligheid van het proces, kan er een blinde vlek ontstaan voor een ernstig veiligheidsrisico voor medewerkers en omwonenden.''

De maatregelen om een ongeplande uitstoot te voorkomen en te detecteren, waren niet voldoende. "De Raad concludeert dan ook dat Shell Moerdijk de risico’s op een dergelijke uitstoot niet beheerste.''

De oorzaak van het lek is volgens Shell zelf een afsluiter die bij reparatiewerkzaamheden is opengezet en daarna niet werd gesloten. Direct na de ontdekking van het lek op 27 januari 2016 is de afsluiter alsnog gesloten.

Eind 2013 was er ook een ethyleenoxide-lek bij een bovengronds deel van een leiding bij een olieraffinaderij van Shell Pernis. Bij dit incident kwam 11,2 ton van de gevaarlijke stof vrij in de directe omgeving.