Toezegging handhaving weekendrust door Schultz

DEN HAAG - Middels een brief heeft de minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van Haegen, de Kamer geïnformeerd over het handhavingsbeleid met betrekking tot het doorbrengen van de wekelijkse rusttijd van meer dan 45 uur in de vrachtwagen. Schultz is voornemens te gaan handhaven mits dit op grond van EU-recht verboden is.

Schultz: "Indien de uitspraak van het Hof in Luxemburg in de Belgische zaak Vaditrans aangeeft dat de verordening 561/2006 een verbod bevat, betekent dit dat alle Europese lidstaten hiermee op dezelfde manier moeten omgaan en moeten gaan handhaven; zo ook de ILT."

Eerder al adviseerde de advocaat-generaal van het Europese Hof dat vrachtwagenchauffeurs niet mogen worden verplicht om hun wekelijkse rusttijd in de vrachtwagen door te brengen.

 "Om goed te kunnen anticiperen op een eventuele uitspraak van het Hof dat er een verbod is, neemt de ILT nader contact op met haar collega inspectie diensten in andere EU lidstaten om de wijze van handhaven van een verbod te bespreken. Immers, België en Frankrijk hebben de afgelopen periode hiermee ervaring opgedaan en een verbod gehandhaafd: Frankrijk op basis van nationale regelgeving en België op grond van de verordening", gaat zij verder.

"Hierbij gaat het dan met name om de manier van handhaven tijdens inspecties op de parkeerplaatsen langs de kant van de weg. De vraag is op welke manier een inspecteur in Frankrijk en België vaststelt dat de chauffeur zijn wekelijkse rust in het voertuig heeft doorgebracht, en niet in een hotel, in een tent op de camping, bij vrienden of familie", zegt Schultz.

"De uitdaging zal gelegen zijn in het vinden van sluitend bewijs waaruit blijkt dat een chauffeur de wekelijkse rust niet in een voertuig, maar elders heeft doorgebracht", aldus Schultz.

Naast de inspectie ter plekke zal de ILT daarnaast bij bedrijfsinspecties controleren op welke wijze de werkgever het doorbrengen van de normale weekendrust voor zijn chauffeurs heeft geregeld en daarmee controleren of het eventuele verbod door de bedrijven wordt nageleefd.

Bij buitenlandse bedrijven heeft de inspectie echter niet de mogelijkheid om bedrijfsinspecties uit te voeren.