Hoofdprijs TU Delft in hyperlooprace
HAWTHORNE - Het studententeam van de TU Delft heeft bij de prestigieuze 'SpaceX Hyperloop Pod Competition' in Californië de totaalprijs voor het beste ontwerp in de wacht gesleept. Dat meldde woordvoerder Marleen van de Kerkhof van het team maandag vanuit Hawthorne in Californië.
Het hyperloopteam uit Delft nam het op tegen 28 andere internationale teams om zo hard mogelijk met hun futuristische transportcapsule door een 1,2 kilometer lange testbuis te racen. Uiteindelijk haalde het team de hoogste overall score. "We waren niet de snelste, maar dat was ook niet de prijs waarvoor we wilden gaan'', zegt Van de Kerkhof. "We wilden een innovatief goede bijdrage leveren. Daarom hebben we ons niet alleen gericht op snelheid, maar ook op efficiëntie bij de bouw en op de kosten en veiligheid van de capsule. Op basis daarvan hebben we deze prijs gewonnen.''
In de wedstrijd voor de snelste hyperloop moesten de studenten uit Delft hun collega's uit München nipt voor laten gaan. "De winnaars haalden 94 kilometer per uur en wij kwamen tot 93 kilometer per uur. Zoveel scheelt het dus niet.''
Drijvende kracht achter de hyperloop, een razendsnelle trein in een vacuümbuis, is Elon Musk, de ondernemer achter PayPal, Tesla en SpaceX. Musk wil dat de Hyperloop realiteit wordt en organiseert daarom een wedstrijd voor studententeams wereldwijd, die met een zo goed mogelijk ontwerp moeten komen. Bij de designwedstrijd vorig jaar werd het team van Delft al tweede met hun ontwerp.
"Voor Delft is het belangrijk dat de project doorgaat'', zegt Van de Kerkhof. De vier oprichters van het team willen bovendien een bedrijf oprichten om de hyperloop verder te ontwikkelen.
Minister Jet Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) noemt de overwinning van de Delftse studenten een geweldige prestatie. "Zij winnen door verder te kijken dan alleen snelheid. Het complete plaatje met ook oog voor duurzaamheid en efficiëntie zorgt voor deze knappe overwinning. Dit laat zien dat Nederlandse studenten innovatief zijn en heel goed kunnen samenwerken'', aldus de minister.