Clicky


Q-koortspatiënten verliezen rechtszaak

Q-koortspatiënten verliezen rechtszaak
25-01-2017 13:38 | Binnenland | auteur ANP

DEN HAAG - De Nederlandse staat is niet tekortgeschoten in de voorlichtende taak over Q-koorts. De voorlichting was voldoende, oordeelde de rechtbank in Den Haag woensdag. Ook de genomen maatregelen waren voldoende.

Bijna driehonderd Q-koortspatiënten hadden een proces aangespannen omdat zij de overheid aansprakelijk stellen voor hun ziekte. Zij voelden zich onvoldoende geïnformeerd en ze vonden dat er te lang was gewacht met het nemen van maatregelen. De rechtbank heeft de vordering van de eisers afwezen, staat in het zeventig pagina's tellende vonnis.

"De rechtbank is van oordeel dat de algemene voorlichting over Q-koorts voldoende is geweest. Verder konden omwonenden en passanten op basis van de verstrekte informatie weten in welke gemeenten zich een (mogelijk) besmet bedrijf bevond", staat in het vonnis. "Doel hiervan was dat mensen een eigen inschatting konden maken van de gevaren die zij liepen en, zo mogelijk, preventieve maatregelen konden nemen."

Het verwijt van de patiënten dat de genomen maatregelen onvoldoende of te traag waren, vond de rechtbank ook niet opgaan. "Hierbij moet de rechtbank beoordelen welke maatregelen de Staat op grond van wettelijke en verdragsrechtelijke verplichtingen had móeten nemen, en niet zozeer welke hij had kúnnen nemen."

Q-koorts, een infectieziekte die van dieren op mensen kan overgaan, brak in 2007 uit en duurde tot 2010. De ziekte verspreidde zich via besmette geitenhouderijen, eerst in Brabant en later over heel het land. Duizenden mensen zijn ziek geworden. Officieel zijn inmiddels 75 mensen overleden aan de gevolgen ervan, maar waarschijnlijk zijn het er meer.

Bij de inhoudelijke behandeling van de civiele rechtszaak, vorig jaar oktober, waren tientallen patiënten aanwezig. Bij de uitspraak woensdag waren een aantal van hen ook aanwezig.

Luc Rohof, een van de advocaten van de Q-koortspatiënten, overweegt om in hoger beroep te gaan. "We gaan eerst het zeventig pagina's tellende vonnis bestuderen'', aldus Rohof.