Moskou boos over tanks in Limburg en Krimgoud

MOSKOU - "Het ziet ernaar uit dat de Nederlandse autoriteiten bedreven beginnen te raken in het bewust verpesten van de relatie met Rusland.'' In die felle bewoordingen bracht de woordvoerster van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken woensdag het Russische chagrijn over een aantal zaken over.

Zo is de Russische regering boos op Nederland en de Verenigde Staten over de terugkeer van zwaar Amerikaans wapentuig in het Limburgse Eygelshoven. "Een onvriendelijke stap'', oordeelt het ministerie.

Sinds vorige week doet het complex in Limburg weer volop dienst als opslag- en onderhoudswerkplaats voor Amerikaanse tanks, pantservoertuigen en zware artillerie, zo'n 1600 stuks in totaal. Daar stond in het verleden ook al Amerikaans defensiematerieel. In NAVO-verband werd besloten het opnieuw hier te stallen om de Oost-Europese lidstaten gerust te stellen. Zij voelen zich bedreigd door Rusland.

Rusland toonde zich ook nogmaals verontwaardigd over de uitspraak van de Amsterdamse rechtbank in de zaak over het Krimgoud. Het vonnis dat het goud, dat was geleend door het Allard Pierson Museum, naar Oekraïne moet en niet terug naar de door Rusland ingelijfde Krim, is volgens Moskou ook "een van de vele onvriendelijke gebaren van Nederland''.

De vier musea op de Krim die het goud in bruikleen gaven gingen in beroep. Ze stelden woensdag dat het Allard Pierson Museum in plaats van toe te kijken hen zou moeten steunen in hun pogingen de stukken terug te krijgen, berichtte persbureau TASS.

Het "onrechtvaardige besluit'' zal "een einde maken aan de ambities om van Den Haag de wereldwijde justitiehoofdstad te maken'', dreigde de Russische woordvoerster van Buitenlandse Zaken.

Minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken noemt de kritiek "niet erg sterk'' en "inhoudelijk onbegrijpelijk''. Er worden geen wapens aan de grens met Rusland geplaatst, zei hij. "Het is geen agressieve daad, maar een defensieve daad.'' Verder gaat de rechter in ons land over de terugkeer van de Krimschatten en niet de regering, aldus Koenders.