Transfergekte in Duitsland

DORTMUND - Met de - mogelijke - recordtransfer van de twintigjarige Leroy Sané is een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan een toch al roerige zomer in de Bundesliga. De discussie in Duitsland over torenhoge prijzen zwelt aan.

Middenvelder Sané, geboren in het jaar dat Duitsland voor het laatst Europees kampioen werd, ging voor 48 miljoen euro van Schalke 04 naar Manchester City. Met bonussen kan dat oplopen tot boven de 50 miljoen euro, wat Sané de duurste Duitse voetballer ooit zou maken. Intussen gaven de achttien Bundesligaclubs, een maand voor sluiting van de transferperiode, zelf al 400 miljoen euro uit.

Uitgerekend de coach van de grootste spendeerder Borussia Dortmund, Thomas Tuchel, luidt de noodklok. "De markt is gek geworden, het loopt uit de hand. Deze bedrag zijn niet meer te bevatten voor de mensen die naar het stadion komen.''

Dortmund spendeerde al 120 miljoen, aan onder meer Mario Götze, André Schürrle en Raphael Guerreiro. Daarmee steken de geel-zwarten Bayern Munchen (70 miljoen euro) naar de kroon. Maar dat is dan vooral om de verkoop van 100 miljoen aan spelers te compenseren, countert technisch directeur Michael Zorc. "Globaal gezien hebben we net zo veel uitgegeven als wat er binnenkomt." Dortmund verkocht onder meer Henrikh Mkhitaryan (Manchester United), Mats Hummels (Bayern München) en Ilkay Gündogan (Manchester City).

Duitsland ontsnapte voorheen aardig aan het transfergeweld. Kleinere clubs vrezen nu dat de kloof tussen arm en rijk groeit. "Op deze manier zie ik weinig kans die nog te overbruggen'', zegt Jörg Schmadtke, algemeen directeur bij 1. FC Köln. Hij vreest voor lichtzinnigheid. "Wat als een minder kapitaalkrachtige club het toch probeert bij te benen?''

Rudi Völler, technisch directeur van Bayer Leverkussen, denkt dat het tij niet te keren is. "Er is gewoon meer geld in omloop. Soms krijg je een hoop geld voor een speler, soms betaal je te veel voor een speler. Dat is een cyclus.''