Clicky


FNV dagvaardt Stobart Automotive vanwege foute Tijd voor Tijd-regeling

FNV dagvaardt Stobart Automotive vanwege foute Tijd voor Tijd-regeling
22-03-2016 17:33 | Transport | auteur Marcel van der Voort

BREDA - Vakbond FNV heeft vandaag, dinsdag 22 maart, Stobart Automotive met een vestiging in Breda gedagvaard. “Wij vinden dat Walon Autotransport, dat ze hebben voortgezet, een Tijd voor Tijd-regeling onterecht heeft toegepast”, verduidelijkt bestuurder Henri Janssen van FNV.

“In het verleden is er een pilot-afspraak in de zogenaamde TLN-cao gemaakt dat de vrijwillige Tijd voor tijd-regeling met de ondernemingsraad (or) of indien niet aanwezig met de medewerkers wordt afgesproken. Die mag nooit langer duren dan de looptijd van de cao. En moet worden aangemeld bij de secretaris van partijen”, legt de vakbondsbestuurder uit.

“Walon Autotransport heeft 27 december 2013 een Tijd voor tijd-regeling afgesproken en aangemeld. Maar die is niet aanvaard omdat er 1 januari een andere cao zou ingaan en er meer zaken niet in orde waren”, verduidelijkt hij.

Niets van aangetrokken

“Walon Autotransport heeft zich er niets van aangetrokken en is die regeling toch gaan uitvoeren. De baas van de Nederlandse vestiging was ook voorzitter van de or. Daardoor zaten er chauffeurs thuis op overuren die ze niet uitbetaald kregen. Terwijl goedkope buitenlandse chauffeurs volle bak moesten rijden.”

“Wij hebben het bedrijf er steeds op aangesproken, brieven gestuurd en van alles geprobeerd om ze dit recht te laten zetten. Deze kwestie loopt al anderhalf jaar. Nu hebben wij ze gedagvaard bij de kantonrechter van de rechtbank West-Brabant / Zeeland, locatie Breda.”

Verantwoordelijk

“En willen dat de chauffeurs 40 uur per week krijgen uitbetaald plus de overuren en toeslagen.” Volgens Janssen is Stobart verantwoordelijk voor de werkwijze van Walon Autotransport. “Volgens mij gaat het overigens alleen om een naamsverandering. En ook al is er een sprake van overname van onderneming, dan gaan ze de rechten en plichten aan.”

Er is dinsdag contact gezocht voor een reactie met zowel de vestiging in Breda, als het verantwoordelijke kantoor in België. Daar was niemand bereikbaar voor commentaar.