Staatssecretaris Mansveld wil liberalisering spoorvervoer niet belemmeren
11-03-2013 19:44 | Algemeen | auteur de redactie
Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mansveld ziet meer concurrentie op het Europese spoor als onvermijdelijk. Dit werd gisteren duidelijk tijdens een debat in de Tweede Kamer. Voor het spoorgoederenvervoer is liberalisering zelfs noodzakelijk, zoals verladersorganisatie EVO de Tweede Kamer eerder duidelijk maakte.
Even zag het ernaar uit dat Nederland meer concurrentie op het spoor zou tegenhouden. Vooral de vrees dat reizigers met meer vervoerders op het hoofdnet te maken zouden krijgen, lag niet goed bij enkele Tweede Kamerleden. Zij vreesden dat reizigers met hogere kosten te maken zouden krijgen.
Concurrentie
EVO, belangenbehartiger van bedrijven die goederen te vervoeren hebben, wijst er op dat het spoorgoederenvervoer voor negentig procent grensoverschrijdend is. Liberalisering van het Europese spoor is daarom essentieel voor een betere diensterlening voor verladers. De Europese Commissie acht het eveneens noodzakelijk om meer concurrentie op het spoor te krijgen en wil daarom het spoornetbeheer scheiden van de treindiensten.
Duitsland
Het Europese Hof van Justitie oordeelde eind februari dat Duitsland niet de wet overtrad met diens constructie om het spoornetbeheer te scheiden van de treindiensten. Volgens critici hanteert Duitsland echter een kunstmatige scheiding tussen spoornetbeheer en treindiensten; een dochtermaatschappij van Deutsche Bahn (DB) beheert nu het Duitse spoorwegnet. Daardoor blijft het mogelijk dat gevoelige informatie van andere vervoerders door DB kan worden gebruikt.
Ook overheidsgeld voor het spoornet kan nog steeds worden doorgesluisd naar de vervoerdiensten. Van een eerlijke concurrentie tussen goederenvervoerders is in deze landen daarom geen sprake. Verladers krijgen daardoor niet de kwaliteit die zij nodig hebben voor hun logistieke operaties. EVO vindt dat de Europese Commissie daarom moet volharden in haar doel voor liberalisering van het spoor, waar het Vierde Spoorpakket een aanzet voor biedt.
Even zag het ernaar uit dat Nederland meer concurrentie op het spoor zou tegenhouden. Vooral de vrees dat reizigers met meer vervoerders op het hoofdnet te maken zouden krijgen, lag niet goed bij enkele Tweede Kamerleden. Zij vreesden dat reizigers met hogere kosten te maken zouden krijgen.
Concurrentie
EVO, belangenbehartiger van bedrijven die goederen te vervoeren hebben, wijst er op dat het spoorgoederenvervoer voor negentig procent grensoverschrijdend is. Liberalisering van het Europese spoor is daarom essentieel voor een betere diensterlening voor verladers. De Europese Commissie acht het eveneens noodzakelijk om meer concurrentie op het spoor te krijgen en wil daarom het spoornetbeheer scheiden van de treindiensten.
Duitsland
Het Europese Hof van Justitie oordeelde eind februari dat Duitsland niet de wet overtrad met diens constructie om het spoornetbeheer te scheiden van de treindiensten. Volgens critici hanteert Duitsland echter een kunstmatige scheiding tussen spoornetbeheer en treindiensten; een dochtermaatschappij van Deutsche Bahn (DB) beheert nu het Duitse spoorwegnet. Daardoor blijft het mogelijk dat gevoelige informatie van andere vervoerders door DB kan worden gebruikt.
Ook overheidsgeld voor het spoornet kan nog steeds worden doorgesluisd naar de vervoerdiensten. Van een eerlijke concurrentie tussen goederenvervoerders is in deze landen daarom geen sprake. Verladers krijgen daardoor niet de kwaliteit die zij nodig hebben voor hun logistieke operaties. EVO vindt dat de Europese Commissie daarom moet volharden in haar doel voor liberalisering van het spoor, waar het Vierde Spoorpakket een aanzet voor biedt.