In hoger beroep celstraf en rijverbod geëist voor ongeval met drie doden in Meijel

DEN BOSCH - De advocaat-generaal in Den Bosch heeft in hoger beroep 12 maanden gevangenisstraf geëist tegen een 34-jarige man die op 19 mei 2013 in Meijel de macht over het stuur verloor en op een fietspad drie mensen doodreed. De slachtoffers waren een 2-jarig meisje en haar beide grootouders. De advocaat-generaal vorderde tevens een rijverbod van 4 jaar, meldt het Openbaar Ministerie.

De verdachte reed met zijn auto op de Heldensedijk, een tweebaansweg waar maximaal 80 km per uur gereden mag worden. In een flauwe bocht naar links belandde hij op de linker weghelft, waar een camper hem tegemoet reed. De man stuurde zijn auto weer naar rechts, verloor de controle over het voertuig en kwam in de rechterberm terecht. Over en door de heg in die berm belandde hij op het fietspad, waar hij met de fietsende slachtoffers in botsing kwam; het kindje zat bij een van haar grootouders achterop.

"Een horrorscenario" , aldus de advocaat-generaal, voor de moeder van het meisje, die door het ongeval niet alleen haar kind maar ook haar beide ouders verloor. De zaak kwam in de publiciteit doordat de vader van het kind een stoel naar de rechter gooide, toen deze (in eerste aanleg) het vonnis tegen de verdachte uitsprak. "Een handeling die een uiting van woede en onbegrip was’’, aldus de advocaat-generaal. "Niet goed, maar wel invoelbaar. Een handeling die de spanning in deze zaak blootlegt. Een botsing van twee werelden: de emotionele wereld van de verdrietige nabestaande versus de juridische wereld van de professionele rechter.’’

De rechtbank legde een werkstraf van 120 uur op, wegens overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet (het veroorzaken van gevaar op de weg), naast een voorwaardelijk rijverbod van een jaar. De rechtbank sprak de verdachte vrij van artikel 6 van de Wegenverkeerswet (het veroorzaken van een verkeersongeval met de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg).

Volgens de rechtbank kon niet worden geoordeeld dat de verdachte aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en/of onachtzaam heeft gehandeld. Onderzoek heeft geen uitsluitsel gegeven over de vraag of de man harder dan de toegestane 80 km per uur heeft gereden. Ook uit getuigenverklaringen kon dit niet worden afgeleid. Het OM, dat 15 maanden cel en een rijverbod van 4 jaar had geëist voor overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet, ging tegen het vonnis in beroep.

Volgens het OM is de verdachte te hard de bocht ingereden en heeft hij artikel 6 van de Wegenverkeerswet overtreden. In hoger beroep is er op initiatief van de advocaat-generaal nader onderzoek naar de gereden snelheid gedaan. Volgens de advocaat-generaal is hieruit gebleken dat de verdachte te hard heeft gereden. Toch is dit wat het OM betreft niet de kern van de zaak.

De kern van de zaak is dat de verdachte de controle over zijn auto is kwijtgeraakt. Dat is het gegeven dat het verwijtbare gedrag vormt, op basis waarvan overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet bewezen kan worden verklaard. "De onvoorzichtigheid dan wel onjuistheid van het weggedrag van de verdachte bestaat in deze zaak uit het verliezen van controle over het voertuig’’, aldus de advocaat-generaal. Hij vindt dan ook dat als het hof oordeelt dat niet is komen vast te staan dat de verdachte te hard heeft gereden, er alleen op dat ondergeschikte onderdeel vrijspraak moet volgen. De schuld van verdachte aan het (dodelijke) verkeersongeval blijft dan nog steeds aan de verdachte te wijten.

Het hof doet (naar verwachting) uitspraak over twee weken.