TLN vraagt minister Asscher reparatie WWZ voor transportsector

ZOETERMEER - Sinds 1 juli is de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) van kracht. Transport en Logistiek Nederland (TLN) voorziet door de WWZ voor ondernemers grote problemen met betrekking tot seizoensgebonden werkzaamheden. TLN roept minister Asscher dan ook op de WWZ op dit vlak te repareren zodat ondernemers, die vooral afhankelijk zijn van seizoenswerk, ordentelijk om kunnen gaan met werknemers en daarnaast niet worden geconfronteerd met onwerkbare situaties en lastenverzwaringen.  

"De transportsector heeft al sinds jaar en dag te maken met pieken en dalen als gevolg van seizoensinvloeden. Daar waar het werk sterke seizoensmatige dalen kent, is het niet mogelijk werknemers het hele jaar aan het werk te houden", aldus TLN.

Bouwtransport en agrarisch transport

"Zo ligt in de winterperiode het bouwgerelateerde transport stil als gevolg van strenge vorst en kennen agrarische producten in het voorjaar en de zomer een piek waarna het transport van deze producten grotendeels weer wegvalt. Door wijzigingen in de ketenregelingen van de nieuwe WWZ zien bedrijven die te maken hebben met seizoensmatige dalen zich voor een groot probleem gesteld."

'Maatregelen WWZ contraproductief'

Doel van de WWZ is om werkgevers te bewegen om meer werknemers in vaste dienst te nemen. Een doel waarin TLN zich in algemene zin kan vinden. Voor seizoensgebonden transportactiviteiten werken de maatregelen in de WWZ echter niet en zelfs contraproductief, vindt de organisatie.

In de oude ketenregeling kon de werkgever de werknemer drie keer een arbeidscontract voor bepaalde tijd aanbieden met een maximum duur van drie jaar. De werkgever kon weer opnieuw beginnen met het aanbieden van een reeks van arbeidscontracten wanneer er meer dan drie maanden geen arbeidscontract is geweest.

In de nieuwe ketenregeling moet dat meer dan zes maanden zijn, terwijl de maximumduur van de reeks van contracten twee jaar wordt. Zodra er twee jaar dienstverband op zit, waarbij geen onderbreking van langer dan zes maanden heeft plaatsgevonden, zou de werknemer in vaste dienst komen.

Een onderbreking van langer dan 6 maanden is echter te lang om de ‘stille periode’ te overbruggen, vindt TLN. "Dit betekent dat werkgevers een torenhoge kostenverhoging op zich af zien komen die in een bedrijfsvoering die afhankelijk is van de seizoenen, niet is op te brengen."

Het effect van deze nieuwe wetgeving zal eerder contraproductief zijn, verwacht de organisaite. "Het blijft voor werkgevers die afhankelijk zijn van seizoensgerelateerde werkzaamheden immers onbetaalbaar om werknemers een vast dienstverband aan te bieden. De nieuwe wet zal ervoor zorgen dat ook het aanbieden van een tijdelijk dienstverband door deze werkgevers niet meer tot de mogelijkheden zal behoren."

Brief aan Asscher: uitzondering maken

Minister Asscher heeft al aangegeven te willen kijken naar de gevolgen van de WWZ voor met name seizoensgebonden werkzaamheden, waarbij een piek ontstaat van (flexibele) inzet van werknemers. Voor TLN is dit signaal bemoedigend, maar TLN benadrukt wel dat de minister ‘boter bij de vis’ moet doen.

TLN heeft middels een brief aan minister Asscher dan ook nadrukkelijk verzocht om een uitzondering te maken in de ketenregeling op het punt van de zes maanden tussenpoos voor seizoensgerelateerde arbeid door deze terug te brengen naar de oorspronkelijke drie maanden tussenpoos.

"Pas dan is de nieuwe WWZ werkbaar voor deze specifieke transportactiviteiten en worden ondernemers die seizoensgebonden werkzaamheden verrichten niet geconfronteerd met een onwerkbare situatie en hoge lasten", aldus TLN.