Minister Asscher: Geen pasklare oplossing voor situatie Oost-Europese chauffeurs op Nederlandse wegen

DEN HAAG - "Een pasklare oplossing voor alle problemen is er op dit moment niet", antwoordt minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelenheid op vragen van Steven van Weyenberg (D66) en Pieter Heerma (CDA) over schijnconstructies in de transportsector en de situatie van Oost-Europese chauffeurs op de Nederlandse wegen.

Van Weyenberg en Heerman vroegen om aandacht voor de omstandigheden waarin chauffeurs op de parkeerplaatsen verblijven, arbeidsvoorwaarden, arbeidstijden en de vraag of er voldoende inspectiecapaciteit is.

"Bij de geschetste praktijksituaties gaat het om verschillende en complexe problemen. Een pasklare oplossing voor alle problemen is er op dit moment niet. Van de FNV hebben wij begrepen dat twee bedrijven hierbij betrokken zijn. Zij zouden voornamelijk rijden met chauffeurs uit Bulgarije en Moldavië", aldus minister Asscher.

"Buitenlandse chauffeurs staan te lang op parkeerplaatsen'

Hij onderschrijft de constatering van de Kamerleden dat een aantal parkeerplaatsen overvol zijn door buitenlandse chauffeurs. "Het probleem van de overvolle parkeerplaatsen wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat buitenlandse chauffeurs er langer verblijven dan waarvoor de verzorgingsplaatsen in beginsel bedoeld zijn, namelijk een korte stop."

De overvolle parkeerplaatsen zijn volgens de minister met name een regionaal probleem. "Er zijn op dit moment in de nabijheid van de betreffende parkeerplaatsen geen alternatieven, bijvoorbeeld in de vorm van particuliere parkeerterreinen, beschikbaar waar de chauffeurs terecht kunnen."

Asscher meldt dat het Ministerie van Infrastructuur en Milieu onderzoek doet naar de parkeerproblematiek. Ook EVO, TLN, Politie en het Havenbedrijf Rotterdam zijn hierbij betrokken. "Dit moet uitmonden in een bestuurlijke visie en pakket van maatregelen in het najaar van 2015."

"Hopelijk neemt de sector ook zelf haar verantwoordelijkheid in regionale sectorconvenanten."

'Handhaven wekelijkse rust moeilijk'

Wat betreft de rij- en rusttijden verwijst minister Asscher naar de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). "Die neemt signalen over misstanden met rij- en rusttijden serieus."

"Het handhaven van de Verordening ten aanzien van de wekelijkse rustperiode is buitengewoon moeilijk", aldus de minister. "Dat zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat een inspecteur langer dan 24 uur bij een vrachtwagen moet blijven staan om te controleren of de wekelijkse rust in de cabine wordt genoten. De ruimte in de Europese regelgeving kan leiden tot interpretatieverschillen en onduidelijkheden."

Aanpak schijnconstructies: te vroeg voor conclusies

"Voor de intensivering van de aanpak van schijnconstructies heb ik extra capaciteit ter beschikking gesteld", aldus minister Asscher. De middelen daarvoor lopen door tot eind 2017.

"Ik vind het te vroeg om conclusies te verbinden wat betreft die extra capaciteit."