Clicky


Luchtvaartmaatschappijen investeren in interactieve data

Luchtvaartmaatschappijen investeren in interactieve data
23-06-2015 10:45 | Algemeen | auteur Tine van Knijff- van Hijum

BRUSSEL - Luchthavens wereldwijd zijn van plan om de komende drie jaar flink te investeren in Internet of Things (IoT), het verbinden van interactieve data over zaken als voorwerpen, passagiers en medewerkers. Dit blijkt uit het SITA 2015 Airline IT Trends-onderzoek.

Een grote meerderheid van de luchtvaartmaatschappijen (86%) verwacht dat IoT de komende drie jaar veel voordelen gaat bieden en meer dan een derde (37%) heeft hier al budget voor gereserveerd. Het onderzoek toont bovendien aan dat de geplande IoT-investeringen vooral gericht zijn op het inchecken van passagiers en bagage en het ophalen van bagage.

Groot aantal reizigers met smartphone

Het onderzoek van SITA, uitgevoerd onder ’s werelds top 200 luchtvaartmaatschappijen, laat zien dat meer dan de helft van de luchtvaartmaatschappijen van plan is om de komende drie jaar te investeren in IoT. 16% van de respondenten is zelfs van plan om grootschalige IoT-programma’s te lanceren in de komende drie jaar. Daarnaast is 41% van plan om te investeren in Research & Development.

De luchthavens spelen hiermee in op het grote aantal vliegtuigpassagiers (83%) die reizen met een smartphone.

Omzetten in bruikbare data

Als zaken zoals voorwerpen, passagiers en medewerkers met elkaar verbonden worden, creëert dit een immense hoeveelheid data. Deze data dient omgezet te worden in bruikbare data voor luchtvaartmaatschappijen. Hierdoor krijgen zaken als Business Intelligence (BI) en data centers steeds meer prioriteit. 

Een groot aantal van de ondervraagde luchtvaartmaatschappijen, 94%, investeert al in BI en 74% is van plan om voor 2018 grote investeringsprogramma’s op te zetten op dit vlak. Tevens heeft 68% plannen om de komende drie jaar te investeren in data centers en gaat 14% investeren in R&D of een pilot-programma.

Informatie koppelen met beacons

Het inzetten van beacons, sensoren waarmee locatie en andere informatie aan elkaar gekoppeld kunnen worden, heeft prioriteit voor luchtvaartmaatschappijen. Momenteel gebruikt nog maar 9% van de luchtvaartmaatschappijen beacons, maar dit zal naar verwachting stijgen naar 44% in 2018.

Uit het onderzoek blijkt bovendien dat beacons met name ingezet gaan worden bij bagageafhandeling. 44% van de luchtvaartmaatschappijen is van plan om ze te gebruiken bij het inchecken van bagage en 43% bij het ophalen van bagage.

Interactieve diensten via mobiele devices

Een ander aspect dat hoog op de agenda staat voor luchtvaartmaatschappijen is het aanbieden van interactieve diensten via mobiele devices. Vooral locatie-gebaseerde informatie zal centraal staan bij deze diensten. In veel gevallen komt deze informatie tot stand door het inzetten van beacons. Hierbij kan gedacht worden aan diensten voor het oplossen van problemen met bagage-afhandeling.

Daarnaast is het mogelijk om berichten te verzenden aan passagiers op basis van hun locatie, zodat ze op tijd boarden, zelfs als die zich nog niet in de luchthaven bevinden. Momenteel biedt 60% van de luchtvaartmaatschappijen actuele vluchtinformatie aan passagiers via een smartphone app. In 2018 zal dit naar verwachting stijgen naar 96%. Ook bij deze diensten worden voornamelijk beacons ingezet.

Tenslotte gaat 57% in de komende drie jaar beacons gebruiken voor apps die passagiers helpen de weg te vinden in een luchthaven.

'Intelligente luchthavens creëren'

“Onze hele wereld wordt steeds meer 'connected' en luchtvaartmaatschappijen zien dat investeringen in IoT nodig zijn om op dit vlak de vruchten te kunnen plukken”, zegt Jim Peters, Chief Technology Officer van SITA.

“IoT is een echte game-changer in de manier waarop we dingen doen – niet alleen voor de luchtvaartindustrie, maar in alle aspecten van ons leven. Luchthavens en –maatschappijen kunnen samen beacons gebruiken om intelligente luchthavens te creëren en business intelligence en analytics in te zetten om een betere passagierservaring te leveren.”