Clicky


Luchtverkeersleiding verdeelt landingsbanen in 'beschikbaar' en 'niet-beschikbaar'

Luchtverkeersleiding verdeelt landingsbanen in 'beschikbaar' en 'niet-beschikbaar'
17-06-2015 11:27 | Algemeen | auteur Tine van Knijff- van Hijum

AMSTERDAM - Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) is voortaan duidelijk over de status van start- en landingsbanen. Er zijn vanaf nu nog maar drie duidelijke mogelijkheden: onbruikbaar (starten en landen is niet mogelijk), niet beschikbaar (starten en landen is niet toegestaan) en beschikbaar (starten en landen is toegestaan).

De LVNL doet dat naar aanleiding van het voorval op 16 juni 2012, waarbij negen vliegtuigen zijn gestart van een baan die formeel niet door de luchthaven aan de luchtverkeersleiding beschikbaar was gesteld.

Door duidelijker te beschrijven wie in de verkeerstoren op Schiphol verantwoordelijk is voor het ‘aanvragen’ en weer ‘teruggeven’ van een start- of landingsbaan aan de luchthaven, wordt de kans op herhaling van een dergelijk voorval verkleind, zo verwacht de LVNL, die hiermee reageert op het onderzoeksrapport dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid opstelde naar aanleiding van het voorval.

Studie over digitalisering processen

De Onderzoeksraad bevestigt het belang van een duidelijke, schriftelijke procedure bij de luchtverkeersleiding voor het uitwisselen van de baanverantwoordelijkheid tussen de luchtverkeersleiding en de luchthaven. Daarnaast is een belangrijk veiligheidsvangnet bij een dergelijk voorval het Runway Incursion Alerting System Schiphol (RIASS).

Onderzoek heeft uitgewezen dat dit systeem correct heeft gefunctioneerd en dus geen waarschuwing heeft afgegeven omdat er geen sprake was van een daadwerkelijk botsingsrisico.

LVNL gaat in een lange termijn studie onderzoeken of verdere digitalisering van de processen in de verkeerstoren verder kan bijdragen aan het voorkomen van een dergelijke vergissing.

Negentien keer per dag baanwisseling

Op Schiphol wordt gemiddeld negentien keer per dag gewisseld van baancombinatie vanwege de weersomstandigheden, het verkeersaanbod en de geldende milieuregels voor route- en baangebruik. Hierdoor worden de start- en landingsbanen frequent bijgevraagd door de luchtverkeersleiding en teruggegeven als deze niet meer nodig zijn om het vliegverkeer veilig af te handelen.