CDA: terechte inbreukprocedure tegen Duitse minimumloonwet

BRUSSEL - Het CDA in Europa is tevreden over de inbreukprocedure die is gestart door de Europese Commissie tegen de toepassing van de Duitse minimumloonwet op het doorgaande vrachtverkeer.

"Een minimumloonwet voor de transportsector is goed in de strijd tegen sociale dumping," aldus CDA-transportwoordvoerder Wim van de Camp. "Maar de Duitse wet mag niet van toepassing zijn op het doorgaande vrachtverkeer, dat is een disproportionele verstoring van de interne markt."

Volgens de wet die sinds 1 januari 2015 van kracht is, mag het minimumloon van een werknemer die op Duits grondgebied werkzaam is, niet minder dan 8,50 euro per uur bedragen. Dit geldt niet alleen voor Duitse werknemers, maar ook voor werknemers van werkgevers die buiten Duitsland wonen.

"Deze wet betekent dat je op het traject Warschau-Rotterdam drie verschillende loontarieven zou moeten toepassen. Dat is onwerkbaar en ongewenst en het is goed dat de Europese Commissie hiertegen optreedt," aldus Van de Camp.

Bovendien moeten volgens deze wet de registratiedocumenten die van dergelijke werkgevers worden verlangd, ruim op voorhand en uitsluitend in het Duits naar de Duitse autoriteiten worden gefaxt. Dit kan uitsluitend via een in Duitsland gevestigde dochteronderneming of door een officiële vertegenwoordiger die in Duitsland woont.

Van de Camp: "Deze wet is totaal doorgeschoten en gaat veel verder dan nodig is om werknemers te beschermen. De naleving en handhaving brengen onevenredige administratieve lasten voor werkgevers met zich mee, vooral voor bedrijven uit andere lidstaten zoals Nederland."