Clicky


Transporteur Johan Leverink: 'Gewoon te veel auto's op de A1 zoals hij nu is'

Transporteur Johan Leverink: 'Gewoon te veel auto's op de A1 zoals hij nu is'
14-04-2015 15:32 | Algemeen | auteur De Redactie

RIJSSEN - De A1 is een van de hoofdtransportassen van Nederland, een weg die economische gebieden in binnen- en buitenland met elkaar verbindt, tot aan de Baltische Staten toe. Een vlotte doorstroming van personen en goederen op deze majeure oost-westverbinding is van groot economisch belang. Onder andere voor de vervoer- en transportsector.

Hoe ervaart een transporteur deze weg? Rijkswaterstaat vroeg het aan Johan Leverink in Rijssen.

"Er rijden gewoon te veel auto’s op de A1 zoals hij nu is", vat transporteur Johan Leverink de problematiek kort samen.

"De A1 is niet met de tijd meegegaan. En dat kost de transportsector geld: vooral aan wachten in files die veelal het gevolg zijn van drukte en ongelukken. Dus hoe breder de weg in de toekomst wordt hoe beter. Onze chauffeurs proberen de files natuurlijk zoveel mogelijk voor te zijn en hun rijtijden erop aan te passen, maar dat biedt geen garantie. Laatst stond er weer eentje twee uur in een file. Zonde. Maar tijd inhalen is geen optie. Je wilt ook geen boete van 1.500 euro voor overschrijding van de rijtijd. Het gaat toch al niet zo goed met de transportsector."

Hoe ziet u de inrichting van de verzorgingsplaatsen?

Leverink: "De verzorgingsplaatsen in Nederland zijn klein en zitten te vol, met uitzondering van Oldenzaal en Hengelo. Die zijn mooi, met een goede belijning ook. In Duitsland is het over het algemeen beter gesteld met de verzorgingsplaatsen. Daar zijn ze groter en beter verzorgd, met schonere toiletten en voldoende parkeerplaatsen. Vooral dat laatste is belangrijk. Een chauffeur die tegen de 9 uur rijden aan zit, moet snel een parkeerplaats kunnen vinden en niet zenuwachtig hoeven rondrijden om de vrachtauto op tijd te kunnen neerzetten. Buitenlandse chauffeurs nemen vanwege de torenhoge boetes geen enkel risico. Die knallen hun vrachtauto zo op de vluchtstrook."

Wat doet u aan duurzaamheid?

Leverink: "We zetten regelmatig lzv’s in. Met twee lzv’s kun je net zo veel vervoeren als met drie gewone vrachtwagens terwijl je minder brandstof verbruikt en minder co2 uitstoot. Dertig procent van ons wagenpark zit qua co2-uitstoot in de minst vervuilende klasse. Verder werken we zoveel mogelijk samen met onze buren en concullega’s. Ieder met een halve vracht naar Amsterdam rijden schiet niet op. Niet goed voor het milieu, niet goed voor de portemonnee. Daarom hebben we een tijd geleden besloten om onze krachten te bundelen. We waren al bekend met elkaars werk, nu hebben we ook onze systemen op elkaar afgestemd."

Welke toekomstige ontwikkelingen ziet u?

Leverink: "Er is een tekort aan goede jonge chauffeurs. Het chauffeursvak heeft ingeboet aan aantrekkingskracht, vooral door de strenge regel- en wetgeving die op het vervoerswezen van toepassing is. Om straks nog personeel te kunnen krijgen, gaan we met ingang van het nieuwe schooljaar onze eigen chauffeurs opleiden in samenwerking met de andere transporteurs in Rijssen- Holten en het ROC. We stellen onder meer leerwerkplekken en voertuigen ter beschikking. Het is belangrijk om het vak nú te promoten. De echte vergrijzing komt nog. Die moeten we voor zijn."