Clicky


Aanpak schijnconstructies: minimumloon niet meer contant uitbetalen

Aanpak schijnconstructies: minimumloon niet meer contant uitbetalen
04-07-2014 22:49 | Arbeidsvoorwaarden | auteur De Redactie

DEN HAAG - Het salaris mag niet meer volledig contant uitbetaald worden. Op die manier kan ontduiking van het wettelijk minimumloon (WML) effectiever bestreden worden. Per 1 januari 2015 moet minimaal het salarisgedeelte gelijk aan het WML giraal overgemaakt worden. Daarnaast mogen werkgevers geen verrekeningen met het wettelijk minimumloon meer toepassen. Het verrekenen van huisvesting of ziektekostenpremies met het minimumloon is een bekende constructie om de regels te omzeilen, maar wordt nu wettelijk ongedaan gemaakt.

Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schrijft dat onder meer in de tweede voortgangsbrief schijnconstructies aan de Tweede Kamer. Het kabinet is vandaag akkoord gegaan om het Wetsvoorstel Aanpak Schijnconstructies (WAS) naar de Raad van State te sturen voor advies.

De nieuwe wet regelt dat een aantal ongewenste constructies wettelijk niet meer toegestaan zijn. Tevens krijgt de Inspectie SZW meer mogelijkheden om de regels te handhaven. De WAS is een uitwerking van het Sociaal Akkoord en volgens minister Asscher een belangrijk wapen in de strijd tegen uitbuiting en oneerlijke concurrentie op de arbeidsmarkt: “Fatsoenlijk werk is in ons land niet altijd een vanzelfsprekendheid. Schijnconstructies zijn het onkruid van onze arbeidsmarkt en een klap in het gezicht van hardwerkende werknemers en eerlijke ondernemers. De concurrentie met China zullen we nooit winnen op loonkosten, wel op slimheid en toegevoegde waarde, dat moet het doel zijn.”

Het speciale Inspectieteam dat schijnconstructies bestrijdt is ruim een half jaar aan de slag. Momenteel lopen er 45 onderzoeken naar schijnconstructies en twaalf verzoeken om ondersteuning bij de handhaving van de cao. Twintig onderzoeken zijn gericht op zogenaamde gefingeerde dienstverbanden. Daarbij werken werkgever en werknemer samen om een kunstmatige arbeidsrelatie aan te gaan om illegale arbeid te kunnen laten verrichten of onterecht in aanmerking te komen voor een uitkering of voor verblijf in Nederland.

De overige 25 onderzoeken zijn gericht op complexe schijnconstructies en hebben vooral internationale vertakkingen. Samen met de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zijn het vorige jaar 23 transportbedrijven geïnspecteerd. Bij elf van de 23 (48%) zijn één of meerdere overtredingen van illegale tewerkstelling geconstateerd.

Eerlijk loon

Tijdens onderzoeken stuit de Inspectie SZW regelmatig op signalen van overtreding van de cao-voorwaarden. In de nieuwe wet krijgt de Inspectie de bevoegdheid deze informatie door te geven aan cao-partijen of hun handhavinginstanties. Om eerlijk loon te kunnen handhaven is het loonstrookje van groot belang. In de praktijk blijkt soms dat loonstroken niet beschikbaar of ondeugdelijk voor controle zijn.

In de WAS wordt vastgelegd waar het loonstrookje voortaan aan moet voldoen. Een ander probleem waar handhavers tegenaan lopen is dat bij onderbetaling van loon of ontduiking van de regels de werkgever soms niet aan te pakken is. Bijvoorbeeld omdat hij ineens onvindbaar is of over de grens is ‘verdwenen’. Met name bij grote (bouw)projecten worden werknemers de dupe van dergelijke foute onderaannemers of tussenpersonen. Als zo’n onderaannemer niet aanspreekbaar is, dan zal de aansprakelijkheid voor het loon verschuiven naar de partij die hem inhuurde (de schakel hoger in de keten).

Deze ‘ketenaansprakelijkheid voor loon’ is een effectief middel dat volgens minister Asscher zeker ook preventief werkt: “Als je als opdrachtgever een tussenpersoon in de arm neemt, moet je goede afspraken maken en weten welk vlees je in de kuip hebt. We laten niet meer toe dat de werknemer de rekening gepresenteerd krijgt en kan fluiten naar zijn geld.”

In de WAS wordt geregeld dat bepaalde inspectiegegevens op het terrein van arbeidswetten openbaar gemaakt kunnen worden. Bijvoorbeeld als aan een bedrijf een boete is opgelegd. Dit vergroot de openheid over waar de Inspectie inspecteert en hoe bedrijven presteren. Daarnaast heeft de mogelijke openbaarmaking van toezichtresultaten een preventieve werking.