Boete voor vervoer IBC's in niet ADR-gekeurd voertuig

BREDA - Niet de daadwerkelijke hoeveelheid brandstof die erin zit, maar de capaciteit van een mobiele tank is bepalend voor de vraag is bepalend voor de vraag of een ADR-gekeurd voertuig nodig is. Dat zei officier van justitie Ingeborg Koopmans maandag tijdens een zitting van de economische politierechter in Breda.

Daar stond een transportondernemer uit Zwijndrecht terecht. Eén van zijn chauffeurs werd in oktober 2012 op de A16 bij Zevenbergen aangehouden terwijl hij een mobiele tank (IBC) vervoerde met een capaciteit van meer dan 3.000 liter. De IBC was niet geladen in een ADR-gekeurd voertuig, terwijl dat wel had gemoeten.

De inhoud van de deels gevulde tank werd geschat op 2.700 liter. "Omdat er minder dan 3.000 liter in de container zat, gingen we ervan uit dat het stukgoed was en geen ADR-gekeurd voertuig nodig was", zei de transportondernemer. Het bedrijf beschikt wel over een ADR-gecertificeerde gasoliebox maar werd enigszins overvallen door de grootte van de mobiele tanks die de klant aanbood.

"Je ziet een verschuiving naar IBC's met een steeds grotere capaciteit", zei de officier van justitie. "En dan beland je al snel van de stukgoed- in de ADR-sfeer. Ik verwacht op dat punt van transportondernemers een proactieve houding." Ze eiste een boete van 3000 euro waarvan de helft voorwaardelijk.

De transportondernemer erkent dat hij fout zat, maar sprak ook van een 'grijs gebied'. Verder zei hij dat hij er alles aan doet de regels na te leven en dat zijn chauffeurs heel goed zijn opgeleid.

Rechter van Kralingen hield het op een boete van 3.000 waarvan 2.000 voorwaardelijk. "Ik heb de indruk dat u goed bezig bent."

Geschreven door: Caroline Moerland