Clicky


Rechtbank wijst beroep WOB ILT-Kiwa contract af

Rechtbank wijst beroep WOB ILT-Kiwa contract af
20-02-2014 17:55 | Overig | auteur De Redactie

DEN HAAG - De bestuursrechter in Den Haag heeft het beroep in de WOB-procedure om het contract tussen de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en Kiwa Register openbaar te krijgen, ongegrond verklaard. Met dit contract heeft ILT de afwikkeling van vergunningverlening in de vervoersector uitbesteed aan Kiwa Register. De WOB-procedure - en het beroep bij de bestuursrechter -, is ingesteld door Jos Haas, hoofdredacteur van het vaktijdschrift Nederlands Vervoer.

Het beroep bij de rechtbank was een vervolg op de weigering van de minister van Infrastructuur en Milieu om het contract openbaar te maken. In een uitspraak van vier A4'tjes komt de rechtbank tot het oordeel dat op geen van de aangedragen punten het beroep gegrond kan worden verklaard. Wel acht de rechtbank het verweer van het ministerie én Kiwa dat door het vrijgeven van het contract er gegevens vrijkomen die tot bedrijfs- en fabricagegegevens gerekend zouden kunnen worden, onvoldoende. De rechtbank acht echter dat dit gezien de wet niet kan leiden tot een gegrond verklaring van het beroep. De voornaamste reden voor het ongegrond verklaren van het beroep is dat er door openbaarmaking van het contract 'financiële en concurrentiegevoelige informatie' openbaar zou worden, waarvan Kiwa bij het aangaan van het contract met ILT, redelijkerwijs mocht aannemen dat deze gegevens vertrouwelijk zouden blijven.

Volgens de rechtbank weegt dit zwaarder dan het openbaarheidsbelang. Ook stelt de rechtbank dat door openbaarmaking van het contract derden inzicht kunnen verkrijgen in de algemene onderhandelingspositie van de Nederlandse Staat waarmee zij hun toekomstige onderhandelingspositie op die van de Staat zoden kunnen afstemmen. De economische en financiële belangen van de Staat zouden hierdoor kunnen worden geschaad. Er wordt nog op gewezen dat de veronderstelde duur van het contract, twintig jaar, geen invloed op deze zienswijze heeft.

De vervoersector, zowel het taxivervoer, besloten busvervoer als het goederenvervoer over de weg, loopt al langer te hoop tegen de voorwaarden waaronder Kiwa de documenten verstrekt. Zo kost de chauffeurskaart bij 'ons' 126 euro. In de ons omringende landen is de kaart tot bijna drie keer goedkoper: België 65 euro, Duitsland 40 euro. Ter vergelijk, een paspoort in Den Haag kost 50,35 euro. Maar ook de kosten voor de communautaire vergunning voor bijvoorbeeld het besloten busvervoer zijn volgens de sector exorbitant hoog.

De WOB procedure - en uiteindelijk het beroep bij de bestuursrechter -, was mede ingegeven vanwege de maatschappelijke betekenis van het contract tussen ILT en Kiwa Register. Het gaat onder andere om de concurrentiepositie van de Nederlandse vervoersector vanwege de lastenverzwaring via het veronderstelde prijsopdrijvende effect in het gewraakte contract. De maatschappelijke betekenis is daarbij relevant omdat het om een beroepsgroep gaat van honderdduizenden chauffeurs en naar schatting tienduizenden bedrijven. Ook speelt mee dat de overheid een contract voor - naar het schijnt - twintig jaar uitgeeft aan een commerciële partij voor werkzaamheden die tot de vergunningverlenende taken van de overheid behoren, en daarmee een monopolist creëert. Een sector - of het nu gaat om goederen- of personenvervoer - waarin de marges onder druk staan en waar prijsindexatie al vaak niet eens doorberekend kan worden, een sector die veelal bestaat uit mkb-bedrijven en waarin meer en meer zzp'ers actief zijn, al dan niet gedwongen door economische omstandigheden.

Het beroep op de WOB is al in september 2012 gedaan. Dit werd door het ministerie van Infrastructuur en Milieu afgewezen. Op het ingediende bezwaar tegen deze beslissing volgde begin maart 2013 een hoorzitting, waarna het ministerie in juni 2013 wederom afwijzend reageerde. Hierna is het beroep bij de bestuursrechter ingesteld.