'Gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk via Betuweroute'

ZOETERMEER - Treinen die gevaarlijke stoffen vervoeren, moeten zoveel mogelijk via de Betuweroute rijden. Dit bevestigde staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu vanavond in een debat over het spoor. Verladersorganisatie EVO pleitte hier onlangs voor omdat het vervoer van gevaarlijke stoffen anders vertraging oploopt. Een meerderheid van de Tweede Kamer deelt deze zorg. EVO spreekt nog met de staatssecretaris over een oplossing voor het gehele spoorgoederenvervoer – ook bedrijven die geen gevaarlijke stoffen vervoeren.

Door werkzaamheden aan het Duitse deel van de Betuweroute kunnen er tussen 2015 en 2022 veel minder treinen van dit traject gebruik maken. De staatssecretaris zei eerder dat het bedrijfsleven zelf met alternatieve voorstellen moet komen om het goederenvervoer op peil te houden.

Betuweroute

EVO is tevreden met de uitkomsten van het debat. EVO stelt dat gevaarlijke stoffen bij voorkeur zoveel mogelijk over de Betuweroute moeten rijden. Omdat de haven van Rotterdam blijft groeien, mede door de aanleg van de Tweede Maasvlakte, is het goederenvervoer van en naar de haven voor een alsmaar belangrijker deel op het spoor aangewezen – grotendeels via de Betuweroute.

Duitsland

Mansveld heeft vorig jaar een stuurgroep ingesteld om met alle belanghebbende partijen naar werkbare oplossingen te zoeken. EVO behartigt in de stuurgroep de belangen van haar leden, 20.000 handels- en productiebedrijven. In deze stuurgroep moet volgens EVO ook gesproken worden over de rol van Duitsland bij het vinden van oplossingen voor alle bedrijven die hun goederen over het spoor laten vervoeren, bijvoorbeeld voor eventuele schadevergoedingen.