Nieuwe stichting richt pijlen op 'woekerend' Aegon

(Novum) - Aegon krijgt opnieuw een claim aan zijn broek vanwege het verkopen van woekerpolissen. De eis is afkomstig van de dinsdag opgerichte Stichting Woekerpolisproces, die de verzekeraar wil dwingen om ook de honderdduizenden nog niet gecompenseerde polishouders een schadevergoeding te betalen. Dat liet stichtingsvoorzitter Pieter Lijesen dinsdag aan Novum Nieuws weten.

Eind september besloot Aegon een vergoeding te betalen aan ruim dertigduizend polishouders die zich hadden aangesloten bij een andere stichting, Koersplandewegkwijt. De verzekeraar deed dat na een uitspraak van de Hoge Raad, die in juni oordeelde dat Aegon de klanten jarenlang te veel premie heeft laten betalen.

Die uitspraak gold echter alleen voor de polishouders die lid waren van Koersplandewegkwijt, terwijl Aegon volgens Lijesen in totaal ruim achthonderdduizend vergelijkbare polissen heeft verkocht. "Voor alle niet bij Stichting Koersplandewegkwijt aangesloten gedupeerden doet Aegon geen enkele toezegging", stelt hij.

Met de nieuwe stichting hoopt Lijesen ook voor alle andere gedupeerde Aegon-klanten compensatie af te dwingen. Hij ziet zich daarbij gesteund door de uitspraak van de Hoge Raad. Als alle nog niet gecompenseerde polishouders zich aansluiten, kan Aegon volgens Lijesen een claim ruim achthonderd miljoen euro verwachten.

Aegon is al sinds 2005 in een juridisch gevecht verwikkeld met klanten die een zogeheten Koersplan-polis afsloten. De houder van zo'n polis moest periodiek een bedrag inleggen, dat grotendeels werd aangewend om te beleggen. Na verloop van een overeengekomen periode zou Aegon een bedrag uitkeren aan de belegger of, in geval van voortijdig overlijden, aan zijn erfgenamen.

Voor dat laatste geval hielden de Koersplan-overeenkomsten eveneens een overlijdensrisicoverzekering in. De premie voor die verzekering en vaste kosten werden van de inleg ingehouden. De beleggers wisten echter niet hoeveel overlijdensrisicopremie zij afdroegen. Zij hadden dus ook niet ingestemd met het bedrag.

Aegon bleek maar liefst elf procent van het ingelegde bedrag in te houden als overlijdensrisicopremie. Het rendement op beleggingen viel daardoor lager uit, in sommige gevallen zelfs lager dan de inleg. De Hoge Raad oordeelde in juni dat de verzekeraar maximaal 1,66 procent aan premie had mogen aanhouden.