Transportvliegtuigen Filipijnen belaagd
TACLOBAN (Novum/AP) - Duizenden mensen zijn dinsdag op de verwoeste luchthaven van de Filipijnse stad Tacloban door de afzettingen gebroken nadat twee transportvliegtuigen van de Filipijnse luchtmacht waren geland met hulpgoederen. Ze probeerden een plaatsje te krijgen voor de terugvlucht, maar slechts een paar honderd konden mee.
Er was maar een tiental soldaten en politieagenten voorhanden om de mensen tegen te houden. Moeders hielden baby's boven hun hoofd in de regen in de hoop voorrang te krijgen. Een vrouw van in de dertig lag op een stretcher te rillen. Maar weinig mensen slaagden er in aan boord te komen.
Vrachtwagenchauffeur Joselito Caimoy (42) bleef nadat zijn vrouw, zoon en 3-jarige dochter met het vliegtuig waren vertrokken achter om wat rest van zijn huis en andere bezittingen te bewaken. "Er is geen water, geen eten. Mensen scharrelen op straat spullen bij elkaar. Ze vragen familie en vrienden om eten. De verwoesting is te groot, de winkels zijn allemaal geplunderd. Mensen hebben honger en de autoriteiten kunnen ze niet in bedwang houden."
Tacloban, een stad met 220 duizend inwoners op het eiland Leyte, kreeg afgelopen vrijdag de volle kracht van een tyfoon en stormvloed over zich heen. Het grootste deel van de stad ligt in puin en is veranderd in een verwrongen brij van vernielde woningen, auto's en bomen. Winkels en opslagplaatsen van voedsel en drinkwater zijn leeggeroofd. Onder de overblijfselen van verwoeste huizen en omgevallen bomen proberen mensen te schuilen tegen de regen. Sommigen vonden een plek in tenten die door de overheid of hulporganisaties zijn opgezet, maar overal liggen nog lijken waarvan de ontbinding heeft ingezet.
Artsen staan te springen om medicijnen. Naast de vernielde verkeerstoren op de luchthaven staat een provisorische kliniek, waar medisch onderlegde militairen van luchtmacht en leger meer dan duizend gewonden hebben verzorgd.
"Het is overweldigend", zegt luchtmachtkapitein Antonio Tamayo. "Wij hebben meer medicijnen nodig. Wij kunnen niet tegen tetanus inenten omdat er geen vaccin is."
Buitenlandse groepen en strijdkrachten proberen snel hulpgoederen naar het getroffen gebied te brengen, maar er is nog weinig aangekomen. Overheidsmedewerkers, politiemensen en militairen zijn vaak ook persoonlijk door de ramp getroffen, waardoor de coördinatie zoek is. De Verenigde Naties hebben ruim 18 miljoen euro beschikbaar gesteld voor noodopvangmateriaal en huishoudelijke artikelen en om te helpen bij het opzetten van spoedeisende medische hulp, watervoorziening en afvalverwerking. "Wij hebben specialistenteams, logistieke ondersteuning onmisbare voorraden gestuurd, maar het moet allemaal meer en sneller", zei het hoofd van de humanitaire dienst van de VN, Valerie Amos.