Clicky


Verbreding A1 Apeldoorn-Twente weer stap dichterbij

Verbreding A1 Apeldoorn-Twente weer stap dichterbij
31-10-2013 16:09 | Algemeen | auteur De Redactie

De verbreding van de A1 tussen Apeldoorn en Twente is weer een stap dichterbij gekomen. Vandaag hebben Rijk, provincies en gemeenten hiervoor een bestuursovereenkomst gesloten. Transport en Logistiek Nederland (TLN), verladersorganisatie EVO, VNO-NCW Midden en Bouwend Nederland zijn blij dat de capaciteit van deze snelweg eindelijk wordt uitgebreid. De A1 is van groot economisch en sociaal belang voor zowel de verbinding met Europa als de regionale bereikbaarheid.

Verbreding

TLN, EVO, VNO-NCW Midden en Bouwend Nederland pleiten al jaren voor de verbreding van deze belangrijke transportcorridor. De A1 wordt tussen Apeldoorn en Deventer verbreed naar 2x4 rijstroken en tussen Deventer en het knooppunt Azelo naar 2x3 rijstroken. De verbreding kost in totaal 403 miljoen euro, waarvan de regionale partners maar liefst een kwart voor hun rekening nemen.

Belangrijke transportcorridor

Het vrachtverkeer maakt veel gebruik van de A1 tussen Apeldoorn en Twente. Dat is zowel internationaal verkeer vanuit de mainports Rotterdam, Amsterdam, Antwerpen naar Duitsland en Midden- en Oost-Europa, als regionaal verkeer in de Stedendriehoek Apeldoorn, Deventer en Zutphen. Uit gegevens van Rijkswaterstaat blijkt dat op het traject Markelo-Rijssen/Rijssen-Markelo dagelijks circa 15.000 vrachtauto’s rijden. Naar verwachting zal dit aantal in de toekomst verder toenemen.

Extra veilige parkeerplaatsen

De verbreding van de A1 is van groot belang voor de Nederlandse economie. TLN en EVO willen dat naast extra rijstroken, ook het aantal veilige parkeerplaatsen wordt uitgebreid. Langs de A1 bestaat een groot tekort aan rustplaatsen waardoor chauffeurs vaak lang moeten zoeken naar een geschikte veilige plek om te rusten. Dit te kort zal alleen maar toenemen wanneer de economie in Europa verder aantrekt.

Complimenten

TLN, EVO, VNO-NCW Midden en Bouwend Nederland complimenteren de provincies Overijssel en Gelderland, de Regio Twente en het ministerie met de bestuursovereenkomst. Dankzij een gedeeltelijke voorfinanciering vanuit de provincies Overijssel en Gelderland en de regio’s Twente en Stedendriehoek, kan al in 2017 met de verbreding worden begonnen.