Clicky


99. Het bos ingestuurd

99. Het bos ingestuurd
01-10-2013 09:42 | Columns | auteur De Redactie

Als extra kado voor mijn vijftigste verjaardag (september 2013) werd ik door mijn vrouw Tineke letterlijk een week het bos ingestuurd. Vroeger ging ik, eens in de zoveel jaar, met een voorraadje schone kleren in een rugzak, aan de wandel, het liefst in Oostenrijk, maar de laatste keer, 2010, in Nederland, op de Veluwe. Aan die keer in 2010 denk ik met gemengde gevoelens terug.

Ik had net op stel en sprong mijn ontslag ingediend en wilde een paar maanden nadenken over mijn toekomst in de transportwereld. Dat nadenken zou mij beter afgaan tijdens een weekje rondwandelen, dacht ik en zo trok ik een weekje rond over onze nationale natuurtrots De Veluwe. Alleen jammer dat het in die periode, januari/februari 2010 behoorlijk gesneeuwd had en het ook nog eens stervenskoud was. Ik ploeterde mij een weg langs onzichtbare bospaden en over, van veel de dun ijs voorziene, heidevelden. Nog tijdens de trip besloot ik deze tocht, onder betere weersomstandigheden, ooit nog eens over te doen. En dit jaar kreeg ik daar eindelijk de kans voor.

Wederom toog ik met volle bepakking richting de bossen. Vertrekpunt werd het NS-station van Wezep, waar ik zondagmiddag met de trein arriveerde om er direct, richting het zuiden lopend, weer te vertrekken  Bij iedere splitsing of kruising ging ik slechts daarheen gaan waar mijn voeten mij leidden; links of rechts, of gewoon rechtdoor, achter mijn neus aan.

Verkeerd lopen of verdwalen was niet mogelijk: het einddoel was dan wel bekend maar niet hoe en wanneer ik daar zou aankomen. Amper een half uur aan de wandel of de stress, die ik in de werkweken voorafgaand aan mijn korte vakantie had opgebouwd, viel van mij af. Het enige doel van die dag was het vinden van een hotel om de nacht door te brengen. Na een halve dag slingerdeslang door het bos te hebben rondgelopen vond ik een slaapplek in een hotel in Epe. Die eerste wandeldag legde ik nog geen 15 kilometer af, maar als beginnetje vond ik dat niet slecht.

De daarop volgende dagen waren in alle opzichten beter. Was de eerste dag qua weer al niet slecht, de rest van de week was het zo’n 15 tot 20° Celsius, zonnig en windstil. En omdat de eerste dag zondag was, was het behoorlijk druk met mensen die lopend of fietsend nog éénmaal van een mooie dag in de bossen wilden genieten, terwijl ik in de daarop volgende dagen nauwelijks nog mensen tegenkwam. Als ik, midden in het bos, al iemand in de verte zag naderen, dan liep ik gauw een groen straatje om.

Nog even een klein detail: ik heb nog nooit, tijdens welke lang- of kortdurende wandel- of fietstocht een Walkman, Discman, MP3-speler of enige hedendaagse versie daarvan meegenomen. Ik zag en hoorde en zie en hoor er het nut absoluut niet van in. Ook nu, tijdens de Veluwe 2.013 Version wilde ik slechts het levende bos om mij heen horen. Stilte, stilte en nog eens stilte, voor zover daar sprake van is met een woud vol van hijgende herten, reutelende reeën, haastige hazen en zwoegende zwijnen. Niet dat er nou zo veel beesten te zien waren, slechts één hertje (of zijn of haar achterkantje; een reetje) liet zich door mij en mijn fototoestel met belfunctie verrassen.

Ik vorderde gestaag. Per dag liep ik van 's morgens 9 uur tot 's avonds 6 uur gemiddeld 30 kilometer verder. In één van de hotels waar ik aanspoelde kwam ik onder andere een groep 60-jaren liedjes zingende spiritualisten tegen, ergens anders bouwde een groepje Ghanezen een klein feestje, en weer een ander hotel, in Beekbergen, bleek een zorghotel, Parc Spelderholt, te zijn.

En wat is een zorghotel? Wel, dat is een hotel dat geheel is ingericht voor het verblijf van mensen met een beperking of een ziekte, of herstellend zijn van een operatie, die er even uit moeten; mensen die ondanks hun lichamelijke of verstandelijke handicap ook op vakantie willen, terwijl zij dan toch de medische zorg, hulp en indien gewenst begeleiding krijgen die zij nodig hebben. De bediening in het bijbehorende restaurant werd gedaan door personeel met het Down-syndroom. Zij werden aangestuurd door begeleiders die hun pupillen, 'studenten' geheten, met liefde, toewijding en heel veel geduld zachtjes influisterden wat ze moesten doen, of juist laten. In mijn reisverleden het meest bijzondere hotel wat ik ooit ben tegengekomen.

En waar blijft nu de beloofde vrachtauto? Die kwam ik tegen in een gebied dat de Loenermark heet. Behalve daar had ik ook in andere bospercelen grote stapels boomstammen zien liggen. Korte stammetjes, maar ook complete lengtes. Aangezien dat gekapte geboomte niet zelf naar de zagerij rolt, moet het eerst gehaald en vervolgens gebracht worden. Dat kwam een auto van RHS uit Hierden (bij Harderwijk) doen. Ik stapte vanaf de hei het Donkere Bomen Bos in toen er plotseling een gigantische truck opdoemde. Of de chauffeur nu de rust in het bos niet wilde verstoren, of die Randstedelijke mafkees met zijn rugzak niet wilde laten schrikken; hij reed heel rustig. Het gevaarte maakte amper geluid, en verdween in de verte, mij dagdromend achterlatend.

Dat lijkt mij nou zulk mooi werk: hout ophalen in een bos, niets dan groen om me heen, en vooral geen mensen die tegen mij aanpraten. Wanneer mag ik beginnen?

Twee dagen later bereikte ik mijn einddoel: Ede. Na in vijf dagen 128 kilometer lopend te hebben afgelegd werd het tijd om weer naar huis te gaan, naar mijn vrouw. En de maandag erop weer naar mijn werk; tankvervoer in de Botlek. Een beduidend minder groen en minder stil gebied dan de Veluwe.

Marcel Heinsbroek

Met dank aan de heer Stefan van Essen van de firma RHS Hierden voor het mogen gebruiken van de foto.