Ondernemingskamer buigt zich over Prins Dokkum

AMSTERDAM/DOKKUM - De Ondernemingskamer in Amsterdam besluit vandaag of er een enquête komt naar de merkwaardige gang van zaken rond de sluiting van vangrailfabriek Prins Dokkum. "Wij hebben om een onderzoek gevraagd", zegt Frans Strolenberg van CNV Vakmensen. "We hopen dat hiermee wordt aangetoond dat de sluiting volstrekt onterecht was."

Een grote groep werknemers, met een aantal partners, is vanmorgen met een bus vertrokken naar Amsterdam om de zitting van de Ondernemingskamer bij te wonen. De zitting begint om 10.00 uur.

Het gebeurt niet vaak dat de Ondernemingskamer een enquête start. "We staan sterk", denkt Strolenberg. "We hebben voldoende bewijzen verzameld dat de sluiting een onterechte beslissing was, gebaseerd op onwaarheden en verkeerde aannames. Daar komt bij dat de werknemers als oud vuil zijn behandeld. Mensen met een dienstverband van 40-45 jaar zijn zonder één cent op straat gezet." 

Voor het behoud van Prins Dokkum is eerder dit jaar volop actie gevoerd. Tevergeefs. De fabriek, onderdeel van het Noorse Saferoad, wordt nu ontmanteld; de machines worden overgeplaatst naar een Saferoad-vestiging in Polen. De meeste van de in totaal 34 werknemers zitten sinds 1 september thuis, een kleine groep is nog tot eind dit jaar aan het werk.

"Het lijkt een verloren zaak, maar toch hebben we nog steeds veel te winnen", vindt Strolenberg. "Om te beginnen gaat het om rechtvaardigheid. We hopen op een uitspraak dat de sluiting inderdaad onterecht was. Dat een goed lopend bedrijf moedwillig de nek om is gedraaid. Het liefst zouden we natuurlijk zien dat die hele sluiting wordt teruggedraaid. Maar in ieder geval moeten de werknemers alsnog een financiële compensatie krijgen." 

Voor de ontslagen werknemers loopt inmiddels ook een procedure wegens kennelijk onredelijk ontslag. Strolenberg: "Een voor ons positieve uitspraak van de Ondernemingskamer zou daar natuurlijk enorm in helpen."