KNV: 'Maak van Nederland een spoorknooppunt in plaats van een spooreiland'

DEN HAAG - Naar aanleiding van het verschijnen van het rapport 'Capaciteitsverdeling op het Spoor', roept KNV Spoorgoederenvervoer Kamerleden op om oog te hebben voor de verslechterende concurrentiepositie van Nederland als toegangspoort voor Europa. Het rapport besteedt in de ogen van de spoorvervoerders te weinig aandacht aan de centrale plaats van het Nederlandse spoor binnen het Europese netwerk van achterlandverbindingen. Nederland dreigt daarmee op doodlopend spoor terecht te komen.

Drie Europese spoorcorridors komen samen in Nederland. Deze zogenaamde European Rail Freight Corridors bieden Nederland veelbelovende kansen een belangrijk Europees spoorknooppunt te worden met sterke achterlandverbindingen via het spoor naar grote delen van Europa. Er zijn evenwel nog hindernissen te overwinnen.

Uit een recent uitgevoerde verkenning bleek dat het slecht gesteld is met de concurrentiepositie van het spoorvervoer van en naar Nederland. Zo heeft de sector te maken met hoge gebruikersvergoedingen, een capaciteitsdaling op de Betuwelijn door de aanleg van het derde spoor in Duitsland en een lage prioritering van het (internationale) goederenvervoer per spoor bij het verdelen van de beschikbare capaciteit.

'Capaciteitsverdeling op het Spoor'

Het rapport ‘Capaciteitsverdeling op het Spoor’ is een goed bedoelde poging om te adviseren over tariefdifferentiatie en capaciteitstoewijzing, maar houdt te weinig rekening met de dagelijkse internationale praktijk van onze spoorgoederenvervoerders. De adviezen zijn binnen de Nederlandse staatsgrens nuttig, maar maken - indien men niet oppast - van Nederland een Europees Spooreiland. De focus zou wat KNV betreft meer in het teken moeten staan van een zo snel mogelijke integratie in het Europese spoornetwerk. Om die reden plaatst KNV kritische kanttekeningen bij de rapportage ‘Capaciteitsverdeling op het spoor’.