Geen vervolging pedovereniging Martijn
18-06-2011 10:24 | Binnenland | auteur de redactie
(Novum) - Pedofielenvereniging Martijn wordt niet vervolgd of verboden. Er zijn geen mogelijkheden om de vereniging strafrechtelijk aan te pakken, stelt het Openbaar Ministerie zaterdag na een oriënterend onderzoek naar de organisatie.
Volgens het OM in Rotterdam, dat gespecialiseerd is in kinderpornozaken, zijn de gedragingen van leden van Martijn niet aan de vereniging toe te schrijven. Leden en ex-leden van Martijn blijken uit het vooronderzoek vaak met justitie in aanraking te komen voor kinderpornobezit, maar niet namens Martijn te handelen.
De vereniging Martijn stelt zich ten doel dat vrijwillige seksuele relaties tussen kinderen en volwassenen bespreekbaar worden. De vereniging geeft aan dat binnen de kaders van de wet na te streven. Daardoor is het onmogelijk de club te verbieden, stelt het OM na overleg met de landsadvocaat.
Het Landelijk Expertisecentrum Kinderporno van het OM in Rotterdam volgt Martijn, samen met het internetteam van het Korps Landelijke Politiediensten, al jaren. Leden, (oud-)bestuursleden en de website worden uitvoerig in de gaten gehouden, zegt het OM. Mede naar aanleiding van de Amsterdamse zedenzaak en andere strafzaken werd de vereniging opnieuw doorgelicht.
Juridisch adviseur Yme Drost van de moeder van een kindermisbruikslachtoffer in Glanerbrug laat het niet zitten bij de beslissing van justitie om niet te vervolgen. Hij kondigt aan een zogeheten artikel 12-procedure te starten, waarin het gerechtshof wordt gevraagd het OM te dwingen vervolging in te stellen.
De vereniging Martijn heeft volgens Drost advies gegeven aan verdachte Geert B. in de misbruikzaak in Glanerbrug. B. is veroordeeld voor het stelselmatig misbruiken van zijn buurmeisje. In een verhoor zou B. hebben gezegd dat Martijn hem had geadviseerd kinderen in de buurt uit te zoeken en een washandje mee te nemen om sporen uit te wissen.
Het afdwingen van een verbod van Martijn is volgens de Nederlandse wet niet mogelijk omdat dat een civiele aangelegenheid is. Drost overweegt naar het Europees hof van justitie te stappen. Hij laat zich daarover informeren door externe deskundigen.
Volgens het OM in Rotterdam, dat gespecialiseerd is in kinderpornozaken, zijn de gedragingen van leden van Martijn niet aan de vereniging toe te schrijven. Leden en ex-leden van Martijn blijken uit het vooronderzoek vaak met justitie in aanraking te komen voor kinderpornobezit, maar niet namens Martijn te handelen.
De vereniging Martijn stelt zich ten doel dat vrijwillige seksuele relaties tussen kinderen en volwassenen bespreekbaar worden. De vereniging geeft aan dat binnen de kaders van de wet na te streven. Daardoor is het onmogelijk de club te verbieden, stelt het OM na overleg met de landsadvocaat.
Het Landelijk Expertisecentrum Kinderporno van het OM in Rotterdam volgt Martijn, samen met het internetteam van het Korps Landelijke Politiediensten, al jaren. Leden, (oud-)bestuursleden en de website worden uitvoerig in de gaten gehouden, zegt het OM. Mede naar aanleiding van de Amsterdamse zedenzaak en andere strafzaken werd de vereniging opnieuw doorgelicht.
Juridisch adviseur Yme Drost van de moeder van een kindermisbruikslachtoffer in Glanerbrug laat het niet zitten bij de beslissing van justitie om niet te vervolgen. Hij kondigt aan een zogeheten artikel 12-procedure te starten, waarin het gerechtshof wordt gevraagd het OM te dwingen vervolging in te stellen.
De vereniging Martijn heeft volgens Drost advies gegeven aan verdachte Geert B. in de misbruikzaak in Glanerbrug. B. is veroordeeld voor het stelselmatig misbruiken van zijn buurmeisje. In een verhoor zou B. hebben gezegd dat Martijn hem had geadviseerd kinderen in de buurt uit te zoeken en een washandje mee te nemen om sporen uit te wissen.
Het afdwingen van een verbod van Martijn is volgens de Nederlandse wet niet mogelijk omdat dat een civiele aangelegenheid is. Drost overweegt naar het Europees hof van justitie te stappen. Hij laat zich daarover informeren door externe deskundigen.