Meer rente op spaarrekening door kredietcrisis
12-01-2012 16:21 | Algemeen | auteur de redactie
(Novum) - Europese consumenten krijgen momenteel meer rente op hun spaarrekening als gevolg van de kredietcrisis. Banken hopen zo meer spaargeld aan te trekken. Tegelijkertijd kunnen bedrijven alleen tegen hoge kosten een lening krijgen. Dat is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) uiteindelijk slecht voor de economie.
Veel banken hebben meer geld uitgeleend dan dat zij aan deposito's en spaarrekeningen hebben binnengekregen, schrijft DNB. In normale tijden vangen banken dat op door op de interbancaire geldmarkt goedkoop geld te lenen.
Door de schuldencrisis vertrouwen financiële instanties elkaar echter niet meer. Goedkoop bij elkaar lenen zit er dan ook niet meer in. Om toch voldoende geld in kas te hebben, proberen banken daarom meer geld aan te trekken. Daarvan profiteert de consument. In Nederland ligt de depositorente nu rond de drie procent. In 2010 was dat een procent lager.
Vooral consumenten in kwakkelende eurolanden als Griekenland en Portugal kunnen momenteel tegen een hoge rente hun geld op een spaarrekening parkeren. Zij krijgen nu gemiddeld rond de 4,5 procent rente. In die landen hebben banken veel geld uitstaan bij de eigen overheid, waardoor zij nu weinig vertrouwen genieten bij collegabanken. Daarom proberen zij het bij de consument tegen hoge rentevergoedingen.
Die hogere rente willen banken terugverdienen door een hogere vergoeding te vragen voor kredieten aan bedrijven. Die ontwikkeling zorgt volgens DNB voor een rem op de economische groei. "Hogere rentelasten voor bedrijven verminderen de winstgevendheid en investeringbereidheid, juist op een moment dat deze door een zwakke economische ontwikkeling toch al onder druk staan." En juist het bedrijfsleven zou de motor moeten zijn van de economische groei en werkgelegenheid, schrijft de centrale bank.
Veel banken hebben meer geld uitgeleend dan dat zij aan deposito's en spaarrekeningen hebben binnengekregen, schrijft DNB. In normale tijden vangen banken dat op door op de interbancaire geldmarkt goedkoop geld te lenen.
Door de schuldencrisis vertrouwen financiële instanties elkaar echter niet meer. Goedkoop bij elkaar lenen zit er dan ook niet meer in. Om toch voldoende geld in kas te hebben, proberen banken daarom meer geld aan te trekken. Daarvan profiteert de consument. In Nederland ligt de depositorente nu rond de drie procent. In 2010 was dat een procent lager.
Vooral consumenten in kwakkelende eurolanden als Griekenland en Portugal kunnen momenteel tegen een hoge rente hun geld op een spaarrekening parkeren. Zij krijgen nu gemiddeld rond de 4,5 procent rente. In die landen hebben banken veel geld uitstaan bij de eigen overheid, waardoor zij nu weinig vertrouwen genieten bij collegabanken. Daarom proberen zij het bij de consument tegen hoge rentevergoedingen.
Die hogere rente willen banken terugverdienen door een hogere vergoeding te vragen voor kredieten aan bedrijven. Die ontwikkeling zorgt volgens DNB voor een rem op de economische groei. "Hogere rentelasten voor bedrijven verminderen de winstgevendheid en investeringbereidheid, juist op een moment dat deze door een zwakke economische ontwikkeling toch al onder druk staan." En juist het bedrijfsleven zou de motor moeten zijn van de economische groei en werkgelegenheid, schrijft de centrale bank.