Advocaat-generaal van Europese Hof adviseert terugkeerplicht vrachtwagens nietig te verklaren

BRUSSEL - Advocaat-generaal Pitruzzella van het Europese Hof van Justitie (HvJ-EU) vindt dat de regel over de terugkeerplicht voor vrachtwagens in het mobiliteitspakket nietig verklaard moet worden.

Deze regel, die vrachtwagens verplicht elke acht weken terug te keren naar het land van herkomst, zou een negatief effect hebben op het milieu, de transportsector en de economie, aldus Malta die het aankaarte bij het Europese Hof. "Het zwaartepunt hiervan zal op de schouders van de consument komen te liggen", aldus de Maltese regering in de Maltese krant The Indepener.

Malta, maar ook Polen, Litouwen, Hongarije, Roemenië, Bulgarije, Cyprus en België hebben voor het HvJ-EU klachten ingediend over verschillende maatregelen van het Mobiliteitspakket van de EU, waaronder de terugkeerplicht voor vrachtwagens.

De advocaat-generaal was het met Malta eens dat de regel van de terugkeerplicht niet voldoende gerechtvaardigd was door het Europees Parlement en de Raad, en dat er geen rekening is gehouden met de gevolgen voor het milieu van de toegenomen emissies en het brandstofverbruik als gevolg van de verplichting om de voertuigen elke acht weken terug te laten keren.

De advocaat-generaal erkende ook dat de regel ernstige gevolgen zou hebben voor de levensstandaard en de werkgelegenheid op Malta, evenals voor de exploitatie van transportfaciliteiten, vanwege de geografische beperkingen en de bestaande maritieme transportinfrastructuur. Hij concludeerde daarom dat de regel van artikel 1, lid 3, van Verordening 2020/1055 nietig moet worden verklaard, omdat deze in strijd is met de verplichting uit hoofde van artikel 91, lid 2, VWEU.

Het Hof moet uiteindelijk oordelen of zij het advies van de advocaat-generaal overneemt. Deze uitspraak wordt in de loop van 2024 verwacht.