Clicky


Celstraf en behandeling voor man die zich voordeed als verpleegkundige in Jeroen Bosch Ziekenhuis

Celstraf en behandeling voor man die zich voordeed als verpleegkundige in Jeroen Bosch Ziekenhuis
14-04-2023 13:56 | Binnenland | auteur Redactie

DEN BOSCH - Een 27-jarige man uit Rosmalen deed zich tijdens de coronapandemie ten onrechte voor als verpleegkundige en werkte zo dagenlang in een ziekenhuis in 's-Hertogenbosch. Niet is bewezen dat hij daadwerkelijk patiënten in gevaar heeft gebracht. De rechtbank Oost-Brabant legt een gevangenisstraf op van 450 dagen, waarvan 161 dagen voorwaardelijk, en de man moet zich onder meer verplicht laten behandelen aan zijn psychische problemen. 

De verdachte reageerde in het begin van de coronapandemie op een oproep van het ziekenhuis. Tijdens sollicitatiegesprekken deed hij het voorkomen dat hij een medische hbo-opleiding (Bachelor Medische Hulpverlening) had afgerond en ervaring had binnen de ambulancezorg. Ook overhandigde hij een aanvraagformulier voor een Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg(BIG)-registratie waarop hij had ingevuld dat hij een medische hbo-opleiding had afgerond. Het ziekenhuis nam hem op basis hiervan aan als verpleegkundige. De verdachte draaide vervolgens van 20 maart tot 9 april 2020 verschillende diensten op onder meer de Spoedeisende Hulp en een covidafdeling met ernstig zieke patiënten.

Omdat hij uiteindelijk geen diploma en geen BIG-registratie kon laten zien en omdat hij zich afwijkend gedroeg, ontsloeg het ziekenhuis hem.

Volgens de verdachte deed hij zich nooit voor als verpleegkundige en werkte hij alleen als ondersteuner. Hij vindt dat hem niets te verwijten valt. De rechtbank vindt zijn verklaringen ongeloofwaardig. De verdachte kreeg namelijk een toegangspas en inloggegevens met als functie 'verpleegkundige'. Hij overhandigde de BIG-aanvraag die voor een ondersteuner niet nodig is en vertelde collega's dat hij als verpleegkundige werkte. Aan zijn collega's vertelde hij dezelfde valse informatie over zijn vooropleiding en werkervaring. De rechtbank oordeelt dat de verstrekte valse informatie ertoe leidde dat de verdachte als verpleegkundige werd aangenomen en ingezet en dat hij vervolgens onder andere salaris en diverse werk gerelateerde goederen kreeg. Hij wordt daarom veroordeeld voor oplichting van het ziekenhuis.

Aangezien de verdachte in strijd met de waarheid op het BIG-aanvraagformulier had ingevuld dat hij een afgeronde medische hbo-opleiding had en hij deze aanvraag heeft overhandigd tijdens zijn sollicitatie bij het ziekenhuis, wordt hij ook veroordeeld voor het vervalsen en gebruiken van een vals document.

De verdachte bestelde verder uit naam van het ziekenhuis een hartmonitor/defibrillator, nam die mee naar huis en bood het apparaat voor 25.000 euro te koop aan via Marktplaats. Volgens de verdachte ging dit in samenspraak met het ziekenhuis. De rechtbank vindt dit volstrekt onaannemelijk, omdat de verdachte geen naam kan noemen van een medewerker die hier toestemming voor gaf en dergelijke bestellingen juist via vaste procedures lopen. De rechtbank veroordeelt hem daarom ook voor deze oplichting. 

Voor het verrichten van verpleegtechnische handelingen moet elke medewerker bevoegd en bekwaam zijn. De verdachte was echter niet bevoegd en bekwaam aangezien hij geen verpleegkundige opleiding heeft genoten. Desondanks was hij als verpleegkundige werkzaam en droeg hij samen met een verpleegkundige de verantwoordelijkheid voor een aantal patiënten. De verdachte verrichtte zelf handelingen en daarnaast zijn er onder zijn (gedeelde) verantwoordelijkheid dan wel in zijn bijzijn ook handelingen verricht door collega’s.

Al met al is de rechtbank van oordeel dat de verdachte voor de volgende handelingen verantwoordelijk kan worden gehouden: het opnemen van bloeddruk, saturatie, pols en temperatuur, het toedienen van zuurstof en van medicatie (onder andere antibiotica en morfine) en het vervoeren van patiënten. Door onbevoegd en onbekwaam betrokken te zijn bij deze handelingen heeft hij een aanmerkelijke kans op benadeling van de gezondheid van de patiënten van het ziekenhuis veroorzaakt. 

Volgens het Openbaar Ministerie maakte de verdachte zich verder schuldig aan (pogingen tot zware) mishandeling van patiënten. De rechtbank ziet dit anders en spreekt hem daarvan vrij. De rechtbank kan namelijk niet vaststellen dat er sprake was van een aanmerkelijke kans dat patiënten (zwaar)gewond zouden raken. Het strafdossier bevat geen nadere informatie over de exacte wijze waarop hij verpleegkundige handelingen bij patiënten verrichtte, de gezondheidstoestand van deze patiënten en het effect van het handelen van de verdachte hierop omdat de medische dossiers van de specifieke patiënten ontbreken. Bovendien had verdachte nooit de intentie om patiënten letsel toe te brengen en is ook niet komen vast te staan dat hij daadwerkelijk letsel heeft toegebracht of de gezondheid van patiënten heeft benadeeld.

De rechtbank heeft eerder de indruk dat sprake was van grove zelfoverschatting bij het aanvaarden van deze functie, waarbij de verdachte tot op zekere hoogte ook zijn grenzen lijkt te hebben bewaakt door bijvoorbeeld aan te geven dat hij geen infuus kon prikken. 

De rechtbank vindt het zeer kwalijk dat de verdachte misbruik maakte van een crisissituatie in de zorg bij het uitbreken van de coronapandemie, waarbij ons land in rep en roer was. Hij greep die kwetsbare situatie op slinkse wijze aan. Door de enorme toestroom aan ernstig zieke coronapatiënten en groot personeelsgebrek, kon hij in het ziekenhuis aan de slag. Hoewel hij niet heeft uitgelegd waarom hij tot zijn daden kwam, concludeert de rechtbank dat zijn handelen gericht was op het vervullen van zijn eigen behoeften, te weten het bemachtigen van zijn lang gedroomde functie met het bijbehorend salaris en andere middelen.

Patiënten die zich melden bij een ziekenhuis moeten erop kunnen vertrouwen dat zij door deskundig en bekwaam personeel worden geholpen. De verdachte lijkt zich van dit alles nog steeds onvoldoende bewust en lijkt zijn eigen vaardigheden te overschatten door te refereren aan zijn EHBO-diploma en ervaring die hij opdeed bij diverse evenementen. Hij beschikte in de verste verte niet over de vereiste kwalificaties om als verpleegkundige aan de slag te gaan.

Tot slot houdt de rechtbank er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Volgens een psychiater en een psycholoog is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken.

Omdat de rechtbank de verdachte voor de zogenoemde geweldsdelicten vrijspreekt, is een tbs met voorwaarden zoals de officier van justitie geëist niet aan de orde. Wel moet de verdachte langdurig onder toezicht komen te staan om de kans op herhaling te voorkomen. Daarom krijgt hij onder meer een meldplicht bij de reclassering en moet hij zich laten behandelen bij zorginstelling Reinier van Arkel. Verder vindt de rechtbank het belangrijk dat de verdachte zich niet meer mag presenteren als medisch hulpverlener of op een andere manier in die beroepsgroep kan werken. Hij krijgt daarom een beroepsverbod van 5 jaar.