Clicky


Gezinsleden Iraakse statushouder moeten naar Nederland kunnen reizen

Gezinsleden Iraakse statushouder moeten naar Nederland kunnen reizen
23-12-2022 14:12 | Binnenland | auteur Redactie

ARNHEM - De gezinsleden van een Iraakse vrouw die in Nederland een asielvergunning heeft gekregen moeten binnen twee weken tot Nederland worden toegelaten. Dat bepaalt de meervoudige kamer van de rechtbank in Arnhem. De maatregel dat de gezinsleden na toestemming voor gezinshereniging nog een aantal maanden moeten wachten totdat zij naar Nederland mogen reizen, meer bekend als de nareismaatregel, is volgens de rechtbank in strijd met de Vreemdelingenwet en de Gezinsherenigingsrichtlijn. Daardoor mag ze haar gezin op korte termijn laten overkomen naar Nederland. 

Personen in Nederland met een asielstatus kunnen een aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf, een soort visum, doen om hun gezinsleden naar Nederland te laten nareizen, zodat zij zich kunnen herenigen. Als die aanvraag wordt ingewilligd, mogen de gezinsleden vervolgens naar Nederland komen. Zij moeten dan eerst de machtiging tot voorlopig verblijf afhalen bij de Nederlandse ambassade in het land waar zij op dat moment verblijven. Met deze machtiging kunnen zij naar Nederland reizen. 

De nareismaatregel

Het kabinet sloot eind augustus 2022 een asielakkoord om de opvangcrisis op korte termijn op te lossen en kondigde een pakket maatregelen aan. De nareismaatregel maakt daarvan onderdeel uit. De nareismaatregel houdt in dat een gezinslid na toestemming voor hereniging na uiterlijk 6 maanden een afspraak kan maken bij een Nederlandse ambassade om de benodigde machtiging tot voorlopig verblijf aan te vragen. De vertraging van 6 maanden geldt overigens niet als ze eerder een geschikte woning hebben waarin het gezin kan wonen. 

In strijd met de wet en Europees recht

De meervoudige kamer van de rechtbank oordeelt dat de nareismaatregel in strijd is met de Vreemdelingenwet. Deze wet bepaalt dat de machtiging tot uiterlijk drie maanden na de toestemming kan worden afgegeven. De wet biedt dus geen ruimte voor een verplichte wachttermijn van zes maanden voor gezinshereniging. 

De rechtbank oordeelt verder dat de nareismaatregel in strijd is met de Gezinsherenigingsrichtlijn. Deze richtlijn bepaalt namelijk dat het gezinslid de toegang tot Nederland moet krijgen zodra de toestemming is verleend  en Nederland hieraan alle medewerking moet verlenen. Daar wordt niet aan voldaan als het gezinslid langer moet wachten.