Clicky


'Treinroutes tot 500 à 700 km zijn aantrekkelijk, maar frequentie moet omhoog'

'Treinroutes tot 500 à 700 km zijn aantrekkelijk, maar frequentie moet omhoog'
15-12-2022 09:40 | Algemeen | auteur Redactie

AMSTERDAM - Om de CO2-uitstoot terug te dringen en klimaatdoelstellingen te halen wil Europa dat veel meer reizigers voor korte vliegbestemmingen, zoals Londen, Parijs en Berlijn, de trein nemen. De groeiende vraag van reizigers naar groenere vervoersoplossingen en het uitgebreide spoorwegnetwerk op drukke vliegroutes bieden een duidelijke kans. Toch moet de Europese spoorwegsector nog hindernissen overwinnen om het groeipotentieel te benutten, zoals betere integratie van spooractiviteiten en technische standaardisatie.

Het kan de reiziger nog veel makkelijker en aantrekkelijker worden gemaakt, maar er is ook meer frequentie en capaciteit nodig. Korteafstandsvluchten die naar trein worden verplaatst, zorgen voor meer dan 80 procent CO2-reductie en het leidt ook tot ruimte voor het begrensde Schiphol. Dit volgt uit een nieuwe themastudie van ING Research (Engelstalig).

Na een groeispurt voor de luchtvaart zou dit het decennium van rail moeten worden

Het reizen per vliegtuig in Europa is een stuk sneller gegroeid dan het reizen per spoor. Terwijl het luchtvervoer tussen 2010 en met 2019 jaarlijks met 5,5 procent groeide, steeg het spoorvervoer slechts met 1,8 procent. Vanaf 2014 is met de opkomst van low-cost carriers vooral het vliegverkeer binnen Europa sterk gegroeid. Bijna een kwart van de Europese vluchten vindt plaats over een afstand van 500 km, waarbij trein een duurzamer alternatief zou kunnen zijn. Dit zou op Schiphol ook ruimte kunnen opleveren (23 procent van de vluchten bleef hier in 2019 onder de 500 km, waaronder vooral heel veel naar Londen, maar ook frequent naar ondermeer Parijs en Frankfurt).

Trein is groener, maar moet harder concurreren op prijs, tijd en betrouwbaarheid

Hoewel passagiers steeds meer nadenken over de CO2-impact van hun reis, zijn prijs en reistijd vaak nog steeds bepalend, zoals blijkt uit de Eurobarometer mobility & transport. Ondanks dat het spoor ook wordt gesubsidieerd voor de infrastructuur, is het speelveld met de fiscale voordelen van vliegen nog niet gelijk (al verbetert de positie van het spoor met de verhoging van de vliegheffing in 2023 wel). Reizen per vliegtuig gaat ook sneller, maar de reistijden over spoor kunnen met verbeteringen in internationale afstemming en efficiëntie concurrerender worden.

Als daarbij bovendien ook rekening wordt gehouden met voor- en natransport en de doorlooptijd op de luchthaven, dan is het verschil op korte afstanden tussen steden uiteindelijk beperkt.

Een belangrijk punt dat het internationaal reizen per spoor nog steeds belemmert, is het complexe ticketsysteem. Een toegankelijk internationaal boekingssysteem waarin alle relevante treinen en aansluitingen kunnen worden geboekt, stimuleert de vraag naar verwachting direct.

Juliette van Enckevort, Hoofd ING Land Transport: “Treinreizen zijn twaalf keer energiezuiniger en hebben vijf keer minder CO2-uitstoot dan vliegreizen. Het stimuleren en optimaliseren van de treinroutes, die tijd- en kosten-efficiënt kunnen zijn, door de politiek en industrie is daarmee een logische stap vooruit.”

Vooral zakenreizigers en city-trippers ‘in scope’ voor het spoor, maar bediening van luchthavens ook belangrijk

Een groeiend aantal bedrijven en instellingen past hun beleid voor zakenreizen met een treinalternatief aan. Zo roept de bedrijvencoalitie Anders Reizen in Nederland op om zakenreizen naar Londen zo veel mogelijk met trein te doen. Ook voor stedentrips zijn reizigers steeds meer bereid om de trein te nemen als dit hen rechtstreeks verbindt met het stadcentrum. De Thalys tussen Amsterdam en Parijs is wat dit betreft een voorbeeld van een groeitraject waar de treinen nu al een hoge bezetting hebben.

Ook initiatieven voor multimodaal reizen kunnen helpen om het reizen per trein te vergroten - Zo kunnen de samenwerkingsverbanden tussen KLM & NS, Air France & SNCF en Lufthansa & Deutsche Bahn helpen om aansluitende treinreizen over grotere afstanden van en naar de luchthavens te stimuleren. Zo is er inmiddels een dagelijkse vlucht van Schiphol naar Brussel-Zaventem vervangen door de trein, wat de CO2-uitstoot per passagier met meer dan 90 procent (zo’n 110 kg) verlaagd.

Efficiëntie en frequentie vragen om afstemming en investeringen, maar ook nu is al groei mogelijk

Er is veel te winnen voor de trein. Om verdere groei van het spoor op internationale routes mogelijk te maken, zal de capaciteit en frequentie van relevante spoorverbindingen omhoog moeten (zodat bijvoorbeeld ook vroeg heen of laat terugreizen mogelijk is). Verbetering van de efficiëntie door betere integratie van spooractiviteiten en technische standaardisatie (o.a. rondom veiligheidssystemen) is daarbij van belang.

Hiervoor zijn investeringen nodig. Bestaande infrastructuur zal op relevante stukken moeten worden aangepast voor treinen met een hogere snelheid. Ook zullen er nieuwe treinen moeten worden gebouwd en geleverd. Dit kost tijd, maar dat neemt niet weg dat er ook met de bestaande inzet en het verhogen van bezettingsgraden al groei mogelijk is.