Clicky


Staat handelt niet onrechtmatig met verbod hulp bij zelfdoding

Staat handelt niet onrechtmatig met verbod hulp bij zelfdoding
14-12-2022 11:47 | Binnenland | auteur Redactie

DEN HAAG - De rechtbank Den Haag heeft woensdag uitspraak gedaan in een zaak die gaat over het strafrechtelijke verbod op hulp bij zelfdoding. De Cöoperatie Laatste Wil en 29 mede-eisers vinden dat de Staat onrechtmatig handelt door dit verbod te handhaven. Zij menen dat zij daardoor worden beperkt in hun recht om zelf te kunnen bepalen of, wanneer en hoe zij hun eigen leven beëindigen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Staat niet onrechtmatig handelt.

In Nederland is zelfdoding niet strafbaar. Het behulpzaam zijn bij zelfdoding, of het verstrekken van middelen daarvoor is wel strafbaar gesteld. De enige uitzondering op deze regel is euthanasie: een arts mag wel hulp bij zelfdoding verlenen als het gaat om een patiënt die ondraaglijk en uitzichtloos lijdt met een medische oorzaak. Het verlenen van hulp bij zelfdoding aan iemand die “levensmoe" is of het leven “voltooid" vindt, is verboden.

Geen recht op hulp bij zelfdoding

Eisers vinden dat hierdoor hun recht op eerbiediging van hun privéleven, zoals beschermd door artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) wordt geschonden. Dat is de rechtbank niet met hen eens. Het recht om zelf te beslissen over het eigen levenseinde wordt inderdaad beschermd door artikel 8 EVRM.

Volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens gaat dit zelfbeschikkingsrecht echter niet zó ver, dat er ook een recht bestaat om hulp bij zelfdoding te kunnen krijgen. Ook bestaat er geen verplichting voor verdragsstaten om een waardige zelfdoding mogelijk te maken. Daarbij komt dat een inmenging door de overheid op de rechten van artikel 8 EVRM is toegestaan, als dat (kort gezegd) een legitiem doel dient en noodzakelijk is in een democratische samenleving. Daarbij hebben verdragsstaten een ruime beoordelingsruimte, zeker bij gevoelige onderwerpen als deze, waarover internationaal geen overeenstemming is.

Kwetsbare personen beschermen

De Staat moet op grond van artikel 2 EVRM het recht op leven beschermen. Dat betekent dat de Staat zoveel mogelijk moet voorkomen dat kwetsbare personen in een opwelling hun leven beëindigen. De rechtbank is van oordeel dat met de nu bestaande regelgeving over euthanasie, de Staat een goede afweging heeft gemaakt tussen de verschillende belangen (aan de ene kant het maatschappelijk belang van het beschermen van het leven en het beschermen van kwetsbare personen, en aan de andere kant het belang van degenen die hulp willen krijgen bij zelfdoding). Dit betekent dat niet iedereen die weloverwogen zijn leven voltooid vindt, hulp bij zelfdoding zal kunnen ontvangen. Als geen sprake is van ondraaglijk en uitzichtloos lijden met een overwegend medische oorzaak, komen zij immers niet in aanmerking voor euthanasie. Dat is naar het oordeel van de rechtbank niet in strijd met artikel 8 EVRM.