Clicky


Werkgevers zorg- en taxivervoer komen met nieuw cao-eindbod

Werkgevers zorg- en taxivervoer komen met nieuw cao-eindbod
22-11-2022 14:08 | Binnenland | auteur Redactie

DEN HAAG - De werkgevers in het zorg- en taxivervoer (verenigd in KNV Zorgvervoer en Taxi) hebben gisteren een ultieme poging gedaan om tot een nieuwe cao te komen. De werkgevers legden een verbeterd eindbod neer voor een cao. Het eindbod heeft een looptijd van achttien maanden. De cao moet ingaan op 1 januari 2023 en duurt tot en met 30 juni 2024. De werkgevers hebben wederom een loonsverhoging geboden van 8 procent per 1 januari 2023 en nog eens 4 procent per 1 januari 2024. Daarnaast stellen de werkgevers ten opzichte van het eerdere eindbod veranderingen voor met betrekking tot pauzes en de doorbetaling bij ziekte.

De werkgevers willen de huidige pauzeregeling wijzigen zodat alleen onbetaalde pauze mag worden ingehouden als deze ook daadwerkelijk genoten is. In de huidige regeling mag forfaitair maximaal 12,5 procent van de arbeidstijd worden ingehouden. In het nieuwe voorstel van de werkgevers wordt daarnaast bij ziekte de eerste acht weken 80 procent van het loon doorbetaald en vervolgens 90 procent, tot en met het tweede ziekte jaar. Ook vervalt de wachtdag bij de eerste ziekmelding.

Werkgevers laten verder de wens varen om terug te keren naar de oude verloondetijdregeling. Wel stellen de werkgevers voor om de huidige regeling aan te passen, zodat deze beter in de praktijk toepasbaar is. De lengte van de dienst kan in het voorstel van de werkgevers nu per dag verschillen, wat beter aansluit bij de vervoersvraag. Tegelijkertijd maakt het voorstel het voor de chauffeurs mogelijk om privé en werk beter op elkaar aan te laten sluiten. Verder stellen de werkgevers voor om de aftrek woon-werkverkeer niet toe te passen wanneer chauffeurs gebruik moeten maken van een laadpaal die ver van de eigen woning af staat.

Vanwege de te grote technische uitdagingen stellen werkgevers ten slotte voor om de voorgenomen online registratie van diensten te laten vervallen. Uiteraard blijft een urenregistratie verplicht, evenals het verplicht bieden van mogelijkheden aan het Sociaal Fonds Mobiliteit om deze registratie te controleren.