Drietal uit Roemenië veroordeeld voor mensenhandel
ARNHEM - De rechtbank veroordeelt een 40-jarige man, een 45-jarige vrouw en een 28-jarige man uit Roemenië voor hun betrokkenheid bij mensenhandel. De 40-jarige man en de vrouw maakten zich daarnaast schuldig aan mensensmokkel. De rechtbank legt cel- en werkstraffen op. De 40-jarige man krijgt de hoogste straf, een gevangenisstraf van zes jaar.
De 40-jarige man en de vrouw buitten 2 Moldavische vrouwen seksueel uit en trokken daar financieel voordeel uit. Een Roemeense jonge vrouw stond op het punt om voor hen in de prostitutie te gaan werken onder omstandigheden van uitbuiting. Door een politiecontrole is dit voorkomen.
De 40-jarige man had een leidende rol in de mensenhandel. Hij ronselde de vrouwen voor de prostitutie en haalde hen op in Nederland en Roemenië. De vrouw leidde de dagelijkse gang van zaken in de prostitutie. De vrouwen werden van augustus 2018 tot en met februari 2019 in (vakantie)woningen en hotelkamers door het hele land te werk gesteld. De vrouwen hadden in hun thuisland schulden en moesten door geldgebrek hun kinderen achterlaten om geld te kunnen verdienen in het buitenland. Zij spraken geen Nederlands en waren afhankelijk van de man en de vrouw. De man en de vrouw maakten hier misbruik van.
Ook bedreigde de man de vrouwen stelselmatig met geweld om zoveel mogelijk geld te verdienen in de prostitutie en (minimaal) de helft hiervan af te geven. Daarnaast verkrachtte hij de Roemeense vrouw onderweg naar Nederland. De man en de vrouw maakten door hun handelen een zeer ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de lichamelijke integriteit van de vrouwen. De rechtbank rekent hen dit zwaar aan.
De 28-jarige man hielp bij het vervoer van de Roemeense vrouw naar Nederland. De man wist dat de vrouw hier voor de 40-jarige man in de prostitutie zou gaan werken en door hem zou worden uitgebuit.
Verder maakten de 40-jarige man en de vrouw zich schuldig aan mensensmokkel. Zij huisvestten vier Moldavische vrouwen in Nederland met als doel deze vrouwen in de prostitutie te laten werken en daar zelf voordeel uit te trekken. Geen van deze vrouwen beschikte over een werkvergunning. Als niet EU-burger mochten zij niet in Nederland werken.
Daarnaast mishandelde de 40-jarige man zijn vrouwelijke mededader en beroofde haar van haar vrijheid. Ook heeft hij haar en haar partner meerdere keren ernstig bedreigd. Dit maakte hen erg angstig.
De rechtbank vindt niet bewezen dat de 40-jarige man en de vrouw ook zeven andere vrouwen hebben uitgebuit in de prostitutie.
De 40-jarige man krijgt een celstraf van zes jaar. In het nadeel van de man weegt de rechtbank mee dat hij al vaker is veroordeeld in Nederland en andere Europese landen. Op dit moment zit hij een straf uit in Italië.
De officier van justitie had zeven jaar geëist en bewezenverklaring gevorderd van seksuele uitbuiting van zes van de tien vrouwen. De straf die de rechtbank oplegt is lager omdat ze minder feiten bewezen vindt.
De 45-jarige vrouw is veroordeeld tot 900 dagen gevangenisstraf waarvan 464 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Zij hoeft niet terug naar de gevangenis. De rechtbank vindt wel dat zij een cruciale rol had. Zonder haar bijdrage zouden de vrouwen niet in een situatie van uitbuiting terecht zijn gekomen. Strafverzachtend is dat zijzelf ook slachtoffer is van de 40-jarige man. Niet kan worden vastgesteld dat de vrouw onder zodanige psychische druk stond dat haar geen enkel strafrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. De rechtbank verwerpt daarom het beroep van de advocaat op het 'non-punishment'- beginsel. Het 'non-punishment'-beginsel houdt kortgezegd in dat slachtoffers van mensenhandel niet worden vervolgd of bestraft voor hun betrokkenheid bij onwettige activiteiten voor zover zij daartoe gedwongen zijn.
De rechtbank legt aan de 28-jarige man 164 dagen gevangenisstraf op, waarvan 150 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarbij moet hij een taakstraf van 240 uur uitvoeren. In het voordeel van de man betrekt de rechtbank dat hij lange tijd niet wist of hij voor zijn handelen voor de rechter zou moeten komen. Ook moest hij ruim 2 jaar op zijn strafzaak wachten.
De 40-jarige man en de vrouw moeten 2.500 euro smartengeld betalen aan één van de slachtoffers. Ook moeten zij het geld dat zij hebben verdiend aan de seksuele uitbuiting van de vrouwen aan de Staat terugbetalen. De rechtbank stelt dit bedrag vast op ruim 14 duizend euro.