Clicky


Helft nieuwbouw bewoond door huishoudens uit hogere inkomensklassen

Helft nieuwbouw bewoond door huishoudens uit hogere inkomensklassen
11-11-2022 09:46 | Financieel | auteur Redactie

DEN HAAG - Meer dan de helft van nieuwbouwwoningen gebouwd in 2018 en 2019 was eind 2019 bewoond door huishoudens uit de hogere inkomensklassen. In een kwart van deze nieuwbouwwoningen woonden huishoudens uit de lagere inkomensklassen. Het maakt hierbij uit of de nieuwbouwwoning een koop- of huurwoning is. Hogere inkomensklassen woonden eind 2019 vaker in een koopwoning, en lagere inkomensklassen vaker in een huurwoning. Dit blijkt uit cijfers van de nieuwste nieuwbouwmonitor van het CBS.

In 2018 en 2019 zijn in totaal bijna 138 duizend woningen gebouwd (exclusief woningtransformaties). Van deze nieuwbouwwoningen is meer dan de helft (54 procent) een koopwoning, 18 procent is een huurwoning in bezit van een woningcorporatie en 26 procent een overige huurwoning. Van de nieuwbouwwoningen gebouwd in 2018 en 2019 was 86 procent eind 2019 bewoond. Een deel was nog onbewoond, omdat sommige woningen pas eind 2019 gereed waren en er tijd zit tussen het moment van oplevering en het moment van bewoning.

Voor de bewoonde nieuwbouwwoningen uit 2018 en 2019 is gekeken tot welke inkomensklasse het huishouden behoort. Huishoudens met een hoog inkomen in nieuwbouw wonen vaker in een koopwoning en huishoudens met een laag inkomen vaker in een huurwoning. Zo heeft drie kwart (76 procent) van de huishoudens in bezit van een nieuwbouwkoopwoning een hoog inkomen. In nieuwe corporatiehuurwoningen heeft drie kwart van de huishoudens juist een laag inkomen. In overige nieuwbouwhuurwoningen is het beeld divers: 31 procent van de huishoudens heeft een laag inkomen, 43 procent een hoog inkomen en 21 procent een middeninkomen.

Ouderen wonen minder vaak in een nieuwbouwwoning

Naast inkomen is ook leeftijd een belangrijke factor in de positie op de woningmarkt. Van het grootste deel van de huishoudens die in 2018 of 2019 in een nieuwbouwwoning zijn komen wonen, is de hoofdbewoner tussen de 30 en 45 jaar (37 procent). Ouderen woonden het minst vaak in een nieuwbouwwoning, 13 procent van de hoofdbewoners van een nieuwbouwwoning is 65 of ouder. Jongeren (die vaak starter zijn op de woningmarkt) woonden vaker dan ouderen in een nieuwbouwwoning, bijna een kwart van de hoofdbewoners is jonger dan 30 jaar.

Nieuwbouw in overige verhuur vooral in trek bij jongeren

De verdeling naar leeftijdsklasse verschilt sterk tussen koop- en huurwoningen. Zo woonden vooral huishoudens met een hoofdbewoner tussen 30 en 45 jaar in een nieuwbouwkoopwoning, bijna de helft (45 procent) van de bewoners van een koopwoning valt in deze leeftijdsgroep. Ouderen woonden het minst vaak in een nieuwbouwkoopwoning, 11 procent van de hoofdbewoners in deze woningen is 65 jaar of ouder. Jongeren woonden vooral in overige verhuur, 47 procent van de (hoofd)bewoners van dit soort woningen is jonger dan 30 jaar. Bij nieuwbouwhuurwoningen in bezit van een woningcorporatie is de leeftijdsopbouw van de hoofdbewoners meer divers.

Nieuwbouw in Zeeland, Drenthe en Limburg vaker bewoond door ouderen

Nieuwbouwwoningen in de provincies Groningen en Noord-Holland werden vaker door jongeren bewoond dan andere provincies. Rond een derde van de nieuwbouw in deze provincies (met bouwjaar 2018 of 2019) werd eind 2019 bewoond door hoofdbewoners jonger dan 30 jaar. Nieuwbouwwoningen in de provincies Zeeland, Drenthe en Limburg waren juist vaker in trek bij ouderen, bijna een kwart van de nieuwbouw uit 2018 of 2019 werd in deze provincies bewoond door hoofdbewoners van 65 jaar en ouder, dat was in de andere provincies tussen 10 en 15 procent.