Clicky


Haagse hof spreekt verdachte van moord in Oostvoorne vrij

Haagse hof spreekt verdachte van moord in Oostvoorne vrij
10-11-2022 14:06 | Binnenland | auteur Redactie

DEN HAAG - Het gerechtshof Den Haag heeft donderdag een verdachte vrijgesproken van moord en diefstal in 2005 en van brandstichting in 2003. De delicten zouden door hem gepleegd zijn in Oostvoorne. Het hof acht de feiten niet wettig en overtuigend bewezen en komt daarom tot een vrijspraak.

Op 3 september 2005 werd in Oostvoorne het levenloze lichaam van het slachtoffer aangetroffen in de kofferbak van haar eigen, uitgebrande auto. Zij was in dezelfde auto uit haar woning gevoerd. Met haar pinpas is in Rozenburg 350 euro gepind. De verdachte stond in hoger beroep terecht voor de moord/doodslag op het slachtoffer, de diefstal van de 350 euro en een brandstichting in een bedrijfspand te Oostvoorne op 4 december 2003. De rechtbank Rotterdam heeft de verdachte in 2019 voor deze drie feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaren. De verdachte moest aan de benadeelde partij (ouders slachtoffer) ook een schadevergoeding betalen. In hoger beroep heeft het openbaar ministerie 20 jaren gevangenisstraf geëist.

Het betreft een oude zaak. De verdachte is in 2007 aangehouden. Toen bleef belastend materiaal in het onderzoek uit, waarna de verdachte in vrijheid is gesteld in 2008. De verdenking bleef echter bestaan. Independent Forensic Services (IFS) heeft vervolgens nader onderzoek verricht naar een DNA-spoor dat is aangetroffen op het textiel waarmee het slachtoffer was vastgebonden. Als gevolg van de uitkomst van dat onderzoek is de verdachte vervolgens in 2017 opnieuw aangehouden en in verzekering gesteld. Hij heeft steeds alle feiten ontkend.

Er is in eerste aanleg en in hoger beroep veel nader onderzoek verricht naar het DNA-spoor op het textiel waarmee het slachtoffer was vastgebonden en naar de DNA-rapportage door IFS. Het Haagse hof oordeelt dat het DNA-onderzoek naar het genoemde spoor met dermate veel onzekerheden gepaard gegaan is, dat het hof daaraan geen bewijs kan en zal ontlenen. Het DNA-bewijs zal in deze strafzaak als onvoldoende betrouwbaar worden uitgesloten voor het bewijs. De telecomgegevens kunnen ook niet als belastend voor de verdachte uitgelegd worden. Aan de aangetroffen kabelbinders kan slechts een beperkte bewijswaarde worden ontleend.

Voor de belastende getuigenverklaringen geldt dat zij niet dan wel onvoldoende betrouwbaar of beperkt bruikbaar zijn voor het bewijs van het plegen van moord of doodslag. Dat betekent dat genoemde bewijsmiddelen niet leiden tot een bewezenverklaring van moord of doodslag, niet op zichzelf, niet in onderlinge samenhang beschouwd en ook niet met wat zich verder in het dossier bevindt.

Er is ook geen bewijs dat de verdachte zelf heeft gepind. Voor een veroordeling voor medeplegen van de diefstal van 350 euro ontbreekt voldoende bewijs. 

De verdachte is vrijgesproken van brandstichting in een bedrijfspand, omdat er slechts belastende verklaringen van één getuige zijn, die pas veel later zijn afgelegd. Bovendien heeft de getuige de brandstichting niet zelf waargenomen, maar heeft hij het van horen zeggen. Verder is er geen concreet steunbewijs.

In hoger beroep spreekt het Haagse hof de verdachte vrij van alle drie de feiten. De benadeelde partijen worden daarom niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering.