Clicky


VT verstevigt marktpositie met twee nieuwe schepen

VT verstevigt marktpositie met twee nieuwe schepen
10-11-2022 11:41 | Bedrijfsnieuws | auteur Redactie

ROTTERDAM - Het Rotterdamse VT Group breidt zijn vloot uit met de ‘VT Vilnius’ en de ‘VT Valencia’. De twee zusterschepen zijn gespecialiseerd in chemietransporten en gaan naar verwachting varen op de Rijn en in de ARA-regio. Met deze uitbreiding verstevigt VT zijn positie aan de top van de maritieme chemietransportmarkt.

Scheepsbouwer Gebr. De Jonge, in samenwerking met BREKO, levert de ‘VT Vilnius’ en ‘VT Valencia’ naar verwachting in april en juni 2023 op. TB-Plus B.V. verzorgde het gehele financieringstraject.

De vaartuigen zijn 85 meter lang en 9,6 meter breed, met een inhoud van 1830 kubieke meter. VT Group verwacht de schepen te gaan inzetten in het high-end segment van de chemiemarkt. “Door het rvs leidingsysteem zijn de nieuwe schepen geschikt voor een uitgebreid pakket aan chemicaliën”, legt Niels Groenewold, eigenaar van VT, uit. “Door de dubbele segregatie kunnen de ‘Vilnius’ en de ‘Valencia’ bovendien meerdere stoffen tegelijkertijd laden.”

Door de nieuwe toevoegingen aan de vloot van VT, kort voor 'Verenigde Tankrederij', neemt het aantal schepen dat onder zijn vlag vaart toe tot 45 vaartuigen wereldwijd.

“Met de ‘Vilnius’ en de ‘Valencia’ binnen de vloot kunnen wij zowel aan onze bestaande klanten extra ladingpakketten aanbieden, als ook nieuwe klanten bedienen”, verwacht Groenewold. “We zien immers dat vanuit de industrie de interesse in binnenvaarttransport toeneemt, in lijn met de breder waargenomen modal shift.”

De chemietransporten gaan naar verwachting plaatsvinden in de regio Amsterdam, Rotterdam en Antwerpen, evenals op de Rijn, afhankelijk van de klant. De ARA-regio en de Rijnoeverstaten zijn de voornaamste gebieden waarin VT Group opereert, naast onder meer Zweden, Spanje, Panama en het Midden-Oosten.

De (bio)dieselmotoren van de VT Vilnius en de VT Valencia zijn uitgevoerd in de door de Europese Unie vastgestelde Stage V-norm. Dat betekent dat de motoren aan de nieuwste duurzaamheidseisen voldoen en relatief lage emissiewaarden hebben. “De groeiende interesse in de binnenvaart biedt natuurlijk een mooi toekomstperspectief”, blikt Groenewold vooruit. “Maar die groei moet dan wel duurzaam plaatsvinden en daarom kiezen wij voor een zo laag mogelijke uitstoot.”