In totaal ruim 50.000 euro boete voor Nederlands schip in Duitse haven

WISMAR - Afgelopen week hebben Duitse agenten van de vaarwegpolitie een scheepsinspectie uitgevoerd op een onder Nederlandse vlag varend zeeschip in de zeehaven van Wismar. Als onderdeel van hun kerntaken op het gebied van naleving van wettelijke voorschriften in het internationale zeeverkeer werden naast diverse veiligheids- en materieelcertificaten ook de uitvoering van milieuvoorschriften gecontroleerd.

Met name het olielogboek en het afvalverwerkingsplan, specificaties uit de internationale MARPOL-conventie, werden gecontroleerd. Tijdens de inspectie constateerden de ambtenaren overtredingen in het olielogboek en inhoudstekorten in het afvalverwerkingsplan en startten in dit verband een administratieve strafprocedure tegen twee verantwoordelijke bemanningsleden.

Agenten beoordeelden ook relevante documentatie met betrekking tot de implementatie van het Ballastwaterverdrag. Op 8 september 2017 is het Ballastwaterverdrag in werking getreden. Na een overgangsfase, waarin uitgebreide voorlichting is gegeven over de geldende eisen, worden overtredingen vanaf 1 juni 2018 bestraft conform de boetecatalogus. Het Ballastwaterverdrag bevat wereldwijde richtlijnen voor de omgang met ballastwater en dient ter bescherming van het milieu.

Bij het controleren van het ballastwaterdagboek merkten de ambtenaren discrepanties op. De functionarissen wendden zich tot het Federale Maritieme en Hydrografische Agentschap (BSH) voor opheldering en vroegen om een ​​juridische beoordeling. De BSH is het bevoegd gezag voor maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van vreemde organismen door schepen.

Uit de inspectie door de gespecialiseerde autoriteiten bleek dat er in eerste instantie een redelijk vermoeden bestond dat ballastwater in strijd met de regelgeving in zee werd geloosd. De berekende hoeveelheid geloosd ballastwater bedraagt ​​in totaal ruim 1000 m³.

De BSH heeft bij de bevoegde arrondissementsrechtbank van Hamburg verzocht om het bevel tot een boete tegen de betrokken scheepsofficieren. De rechtbank bevestigde de vaststelling van een boete van 26.253,50 euro voor elk van beide bemanningsleden.