OM linkt vondst 400 blokken cocaïne in Duitse super aan Mink K.

ROTTERDAM - Het Openbaar Ministerie linkt de vondst van 400 blokken cocaïne in een Duitse supermarkt in september 2020 aan Mink K. (61). Op basis van onderschepte PGP-berichten uit gekraakte cryptocommunicatie denkt het OM bovendien dat K. in april 2020 betrokken was bij het opzetten van een cocaïnewasserij. Dit bleek vrijdag tijdens een eerste openbare zitting in de rechtbank in Rotterdam.

K. werd eind maart in Libanon opgepakt, samen met zijn schoonzoon Najim Z. (41). Volgens justitie was K. vanuit Libanon vermoedelijk druk bezig te achterhalen waar de drugs waren gebleven, nadat hij het zicht op de in Antwerpen aangekomen container was kwijtgeraakt. De mannen zijn in juni uitgeleverd aan Nederland en zitten sindsdien in voorarrest.

Mogelijk wordt K. ook nog aangeklaagd voor de grote hoeveelheid wapens die bij zijn arrestatie in Libanon is gevonden. Volgens zijn advocaat Mark Teurlings kan dat niet, omdat K. hiervoor al wordt vervolgd in Libanon en daar binnenkort een uitspraak over volgt.

Z. wordt verdacht van twee cocaïnetransporten in 2020 en 2021. Hij zou in maart 2020 betrokken zijn geweest bij de invoer van 750 kilo cocaïne in een partij bananen in de haven van Antwerpen. Op 14 januari 2021 zou hij in Rotterdam betrokken zijn geweest bij de invoer van 840 kilo cocaïne. Die partij is gevonden in een VW-busje in een container. In zijn PGP-berichten vond de politie foto’s van grote hoeveelheden cocaïneblokken en stapels contant geld.

Het OM wil Z. daarnaast aanklagen voor de 400 kilo cocaïne die in het Duitse Remscheid zijn gevonden, waarvoor ook zijn schoonvader wordt vervolgd. Dat staat nu nog niet op de tenlastelegging van Z., omdat hij daar niet voor is uitgeleverd door Libanon. K. en Z. zaten daar in erbarmelijke omstandigheden vast, zeiden hun raadslieden.

De advocaten hebben de rechtbank vrijdag verzocht het voorarrest van hun cliënten te beëindigen. De rechtbank neemt hierover binnen twee weken een beslissing. Als de verdachten vast blijven zitten, zijn de volgende inleidende zittingen op 9 december.

Volgens Teurlings had de politie het onderzoek naar zijn cliënt K. nooit mogen opstarten, omdat er in die fase geen verdenking tegen hem was. Teurlings meent dat het onderzoek is opgestart nadat een agent op televisie een documentaire zag van Danny Ghosen, waarin K. zei dat hij een PGP-telefoon bezit. Teurlings: "Dat is niet de bedoeling van de wet. Daarmee is een grens overschreden die niet toelaatbaar is. Het zou moeten leiden tot bewijsuitsluiting." De officier van justitie bracht daartegenin dat justitie in een ander onderzoek al bezig was om de identiteit van talloze gebruikers van de berichtendienst Sky Ecc te achterhalen: "Als iemand dan op televisie vertelt dat hij PGP gebruikt, ga je dat natuurlijk verder onderzoeken."