Forse celstraffen geëist voor liquidatie en poging moord op 5-jarig kind in Amstelveen
AMSTERDAM - Het OM eist straffen van 22 tot 30 jaar tegen drie twintigers (21,24 en 27) voor de moord op een 39-jarige man en een poging tot moord op zijn zoontje in december 2019. Het slachtoffer werd geraakt door elf kogels toen hij zijn zoontje op de achterbank van zijn auto hielp instappen, na een zwemles in een sportschool in Amstelveen.
De zaak die vandaag is behandeld is wederom een schoolvoorbeeld van de verhardende en nietsontziende zware criminaliteit die meer en meer zichtbaar wordt in de samenleving, zeiden de officieren van justitie op zitting. De verdachten hebben de liquidatie professioneel voorbereid en een grote hoeveelheid kogels op het hoofd en lichaam van het slachtoffer afgevuurd. Volgens de officieren van justitie was het slachtoffer op voorhand kansloos. “Het is in het bijzonder de aanwezigheid van deze kleine jongen bij de liquidatie die het zo afschuwelijk en onmenselijk maakt.”
De verdachten van 21 en 27 jaar zijn in de ogen van het OM de schutters. De 24-jarige verdachte zou een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de liquidatie door een peilbaken onder de auto van het slachtoffer te plaatsen, waardoor hij en de vermeende schutters precies wisten waar de auto zich bevond. De drie verdachten hebben nauw en bewust samengewerkt, vinden de officieren van justitie. Zij maken daarom geen onderscheid in de strafmaat tussen de verschillende medeverdachten van de moord op de 39-jarige man. De twee mogelijke schutters worden ook verdacht van de poging moord op het toen 5-jarig zoontje van het slachtoffer. Tegen hen eist het OM daarom een straf van 30 jaar. De 24-jarige verdachte hoorde 22 jaar tegen zich eisen.
Eerder veroordeelde de rechtbank een man tot twaalf jaar celstraf na een eis van twintig jaar. De man was ten tijde van de liquidatie 17 jaar oud. Zijn zaak werd daarom door de kinderrechter achter gesloten deuren behandeld. Hij zou onder meer de vluchtbus hebben bestuurd en deze bus hebben gebruikt bij voorverkenningen voor de moord. Tegen de uitspraak zijn zowel de verdediging als het OM in hoger beroep gegaan.
Het bewijs tegen de drie andere verdachten bestaat onder meer uit camerabeelden van de plaats delict, DNA-sporen, telefoongegevens en gegevens van OV-chipkaarten. Kort na de liquidatie trof de politie een parkeerplaats op de Buitensingel in Amsterdam een brandende Volkswagen Transporter. In de omgeving van de bestelbus zijn onder meer kledingstukken en handschoenen gevonden, waarop onder meer het DNA van de 27-jarige verdachte en bloed van het slachtoffer is aangetroffen. Uit camerabeelden blijkt dat deze bestelbus niet alleen bij voorverkenningen is gebruikt maar ook bij het vervoeren van de schutters naar en van de plaats delict."Het is pijnlijk duidelijk geworden dat hij moest sterven en niets werd aan het toeval overgelaten."
De officieren van justitie rekenen het de verdachten zwaar aan dat het slachtoffer voor de ogen van zijn 5-jarig kind is doodgeschoten. “Het is bijna niet in te denken wat dit jongetje heeft moeten meemaken. De angst die hij moet hebben gevoeld toen voor zijn ogen zijn sterke vader werd gedood, zijn vader werd doorzeeft met kogels en van zijn vader letterlijk het hoofd werd ingeslagen”, aldus de officieren van justitie in hun requisitoir. Het 5-jarige jongetje is over het dode lichaam van zijn vader uitgestapt en weggerend om zichzelf in veiligheid te brengen.
De rechtbank doet op 25 juli uitspraak.