Clicky


Verdachte van dodelijk verkeersongeval in Tilburg blijft langer in voorarrest

Verdachte van dodelijk verkeersongeval in Tilburg blijft langer in voorarrest
16-06-2022 11:21 | Binnenland | auteur Redactie

BREDA - De strafraadkamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft beslist dat een 22-jarige verdachte nog 90 dagen in voorarrest blijft zitten. Het Openbaar Ministerie verdenkt deze man uit Rotterdam van betrokkenheid bij een dodelijk verkeersongeval op de Besterdring in Tilburg op 30 mei 2022.

Eind mei 2022 werd de verdachte door de politie aangehouden. Omdat de officier van justitie vond dat de verdachte langer in voorarrest moest blijven, werd hij op 2 juni voorgeleid aan de rechter- commissaris. Een rechter-commissaris bekijkt of een verdachte maximaal 14 dagen langer mag worden vastgehouden (inbewaringstelling). In deze zaak was dat het geval. Door deze beslissing van de rechter-commissaris begon voor verdachte een nieuwe fase van zijn voorarrest: de voorlopige hechtenis.  

Binnen de eerste 14 dagen voorlopige hechtenis moet verdachte voor de strafraadkamer verschijnen als de officier van justitie vindt dat hij langer vast moet blijven zitten. De strafraadkamer bestaat uit 3 rechters die beslissen of een verdachte zijn strafzaak, al dan niet onder voorwaarden, in vrijheid mag afwachten, of dat zijn voorlopige hechtenis met maximaal 90 dagen wordt verlengd. In deze zaak heeft de raadkamer op 15 juni 2022 beslist dat de voorlopige hechtenis met 90 dagen wordt verlengd. 

De verdachte kan binnen deze 90 dagen een gemotiveerd verzoek doen aan de raadkamer om zijn voorlopige hechtenis te beëindigen of te schorsen. Als de raadkamer dit verzoek toewijst, kan de verdachte voor dan op vrije voeten komen. Hij mag de uitkomst van zijn strafzaak in dat geval in vrijheid afwachten. Soms zijn hier voorwaarden aan verbonden, bijvoorbeeld het dragen van een enkelband.

Als de voorlopige hechtenis van verdachte binnen 90 dagen niet wordt beëindigd of geschorst, moet de zaak binnen deze termijn voorkomen bij de rechtbank. Dat gebeurt dan tijdens een openbare zitting. Dit kan al de inhoudelijke behandeling zijn als al het onderzoek klaar is. Dit kan ook een pro-forma zitting zijn. Tijdens een pro-formazitting wordt onder meer de stand van het onderzoek besproken, wat er nog moet gebeuren voordat de zaak inhoudelijk behandeld kan worden en komt doorgaans de voorlopige hechtenis aan bod. Het is dan aan de rechtbank– na de rechter-commissaris en de strafraadkamer –om te beslissen over de verdere voorlopige hechtenis.