Jort Kelder in hoger beroep na uitspraak over nepadvertenties

AMSTERDAM - Jort Kelder gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter in de zaak die hij tegen Google en Twitter had aangespannen over omstreden nep-advertenties. Dat bevestigen zijn advocaten Matthijs Kaaks en Otto Volgenant aan het ANP na berichtgeving van Shownieuws.

"De actieve bemoeienis van Google en Twitter bij het verspreiden van malafide advertenties maakt dat zij daarvoor verantwoordelijk gehouden kunnen worden", stellen de juristen van Kelder in een schriftelijke verklaring. Ze vinden dat de platformen het mogelijk maken om advertenties te verspreiden die eruitzien als nieuws en daardoor niet herkenbaar zijn als reclame. "De rechtbank is hier ten onrechte aan voorbij gegaan. En dat is juist zo belangrijk, vooral ook omdat zowel Google als Twitter anoniem adverteren hebben toegestaan. Dat betekent dat niemand zou kunnen worden aangesproken voor de onrechtmatige bitcoinadvertenties, en dat is natuurlijk onacceptabel. Google en Twitter hebben hier een eigen verantwoordelijkheid. Dit principiële punt vraagt om een oordeel van een hogere rechter."

De rechter oordeelde enkele weken geleden dat de techbedrijven niet aansprakelijk kunnen worden gehouden voor de advertenties waarin bekende Nederlanders zogenaamd mensen oproepen om in virtueel geld te investeren. Volgens de rechters zijn de makers van de berichten verantwoordelijk voor de reclameboodschappen via Google en voor de tweets op Twitter. Google en Twitter doen genoeg om dit verschijnsel tegen te gaan en daarom valt hun niets te verwijten, aldus de rechtbank. Kelder en zijn advocaten lieten toen al weten het daar niet mee eens te zijn.