Clicky


Veroordeling voor 17-jarige Amersfoorter die per ongeluk neefje doodschoot

Veroordeling voor 17-jarige Amersfoorter die per ongeluk neefje doodschoot
26-04-2022 14:14 | Binnenland | auteur Redactie

UTRECHT - Een 17-jarige jongen uit Amersfoort is schuldig aan de dood van zijn 15-jarig neefje. De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt hem voor dood door schuld. De jongen speelde thuis samen met zijn neefje met de revolver van zijn broer. Tijdens het spelen ging het wapen per ongeluk af en raakte het neefje dodelijk gewond. Tegenover de hulpdiensten verzweeg hij dat hij hem had neergeschoten. Hierdoor kreeg hij niet de benodigde hulp en bleef de doodsoorzaak enige tijd onbekend. De jongen is veroordeeld tot een jeugddetentie van 200 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk en een taakstraf van 150 uur.

Op 28 april vorig jaar was de 17-jarige jongen thuis, samen met zijn neefje. Op zitting verklaarde hij dat hij wist dat er een vuurwapen in de kamer van zijn broer lag. Op een gegeven moment zijn ze met dat wapen gaan spelen. Hij zette de revolver tegen of vlakbij de bil/het been van zijn neefje en controleerde daarbij niet of het wapen geladen was. Toen die plotseling afging en zijn neefje roerloos op de grond lag, belde hij 112. Maar toen de ambulance arriveerde, zei hij tegen niemand iets over wat er met het vuurwapen was gebeurd. In plaats daarvan hield hij het wapen in zijn zak en bracht hij het weg toen de hulpdiensten weer weg waren.

Volgens de rechtbank is geen sprake van opzet. Het was niet de bedoeling van de jongen om zijn neefje neer te schieten. Door het wapen op zijn lichaam te zetten, zonder te controleren of het geladen was, nam hij wel enorme risico’s, zo oordeelt de rechtbank. Toen de hulpdiensten eenmaal in de woning waren, hebben ze een uur lang medische zorg verleend aan het neefje. In plaats van het ongeluk op te biechten, zei hij juist dat hij niet snapte wat er aan de hand was en dat zijn neefje ineens neerviel. Uit het pathologisch onderzoek blijkt dat de overlevingskansen van het neefje waarschijnlijk waren vergroot als op tijd de juiste medische hulp was gegeven. Doordat de jongen zijn mond hield is de rechtbank van oordeel dat hij op roekeloze wijze het risico van overlijden van zijn neefje voor lief nam.

De rechtbank veroordeelt de 17-jarige jongen tot een jeugddetentie van 200 dagen waarvan 180 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Deze straf betekent dat de jongen niet terug hoeft naar de jeugdinrichting. De rechtbank vindt het belangrijk dat de positieve stappen die hij maakt op het gebied van behandeling, school en werk niet worden doorkruist. Daarbij weegt de rechtbank mee dat hij de rest van zijn leven geconfronteerd wordt met het feit dat door zijn toedoen zijn neefje is overleden. Toch wil de rechtbank dat hij ook nog straf krijgt voor wat hij gedaan heeft. Daarom moet hij ook nog een taakstraf van 150 uur uitvoeren én moet hij de ouders van zijn neefje, zijn oom en tante, een schadevergoeding betalen. 

Ook de 22-jarige broer van de jongen wordt door de rechtbank Midden-Nederland veroordeeld. Het wapen waarmee het neefje is doodgeschoten, was van hem. Hoewel hij zelf niet direct betrokken was bij het dodelijke schietincident, heeft het alleen kunnen gebeuren doordat hij het wapen in huis heeft gehaald. Dit rekent de rechtbank hem zwaar aan. Daarnaast wordt hij veroordeeld voor drugsbezit én voor diefstal in vereniging. Hij en zijn 17-jarige broertje stalen na het incident de telefoon en pasjes van hun neefje, uit angst voor wat op de telefoon zou worden aangetroffen.

De rechtbank veroordeelt de broer tot een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan vier voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De moeder van de broers wordt door de rechtbank vrijgesproken. Volgens het Openbaar Ministerie kan het niet anders dan dat de 53-jarige vrouw op de hoogte was van het feit dat haar neefje was neergeschoten. Toen het vuurwapen afging, was zij namelijk in de naastgelegen kamer. Ook zij zou vervolgens, net als haar 17-jarige zoon, haar mond hebben gehouden tegenover de hulpdiensten en daarmee cruciale informatie hebben achtergehouden. Maar de rechtbank gaat hier niet in mee. Hoewel het moeilijk voorstelbaar lijkt dat de moeder het schot niet heeft gehoord, terwijl meerdere getuigen de knal wél hoorden, kan op basis van het dossier niet geconcludeerd worden dat de moeder van alles op de hoogte was. Volgens de rechtbank kan daarmee niet wettig en overtuigend bewezen worden dat de moeder haar neefje opzettelijk in hulpeloze toestand achterliet of dat zij op enige manier schuld heeft aan zijn dood.