Clicky


Baanverlies in maart op laagste punt ooit

Baanverlies in maart op laagste punt ooit
21-04-2022 11:19 | Binnenland | auteur Redactie | Esther van der Wal

DEN HAAG - In de periode van december 2021 tot en met maart 2022 verloren 85 duizend werkenden hun baan waarna ze werkloos werden. Dat is het laagste aantal sinds het CBS in 2003 begon met het meten hiervan.

Het CBS meet de veranderingen op de arbeidsmarkt ten opzichte van drie maanden eerder. In die periode gaan mensen met pensioen of zeggen tijdelijk hun baan op, anderen komen voor het eerst op de arbeidsmarkt, werklozen vinden werk en werkenden worden werkloos. Het onderstaande schema laat al die verschillende stromen zien.

Er is een voortdurende uitwisseling tussen de werkzame beroepsbevolking, de werkloze beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking. Zo werden tussen december en maart 202 duizend mensen werkloos, van wie 85 duizend in december betaald werk hadden (ze kwamen uit de werkzame beroepsbevolking) en 117 duizend niet (zij behoorden eerder niet tot de beroepsbevolking). Tegelijkertijd gingen er 243 duizend werklozen af doordat ze werk vonden (149 duizend) of niet langer werk zochten en/of hiervoor beschikbaar waren (94 duizend). Het saldo van de vier stromen kwam, met afrondingsverschillen, uit op -42 duizend.

85 duizend baanverliezers in maart

Het aantal baanverliezers van 85 duizend is het laagste sinds de start van de meting in 2003. In het begin van de coronapandemie, in juni 2020, hadden op het hoogtepunt nog 196 duizend werkenden hun baan verloren en waren werkloos geworden. Het aantal werkenden dat uitstroomde naar de niet-beroepsbevolking nam het afgelopen half jaar licht toe, maar daalde in maart weer naar 193 duizend.

Meer mensen direct aan het werk vanuit de niet-beroepsbevolking

Ook de ontwikkeling van de werkzame beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking is onderhevig aan vier stromen. Zo groeide de werkzame beroepsbevolking tussen december en maart het meest doordat mensen vanuit de niet-beroepsbevolking direct betaald werk vonden (238 duizend). De tegengestelde stroom was ook omvangrijk, maar toch een stuk kleiner (193 duizend). Samen met de stromen tussen de werkloze en werkzame beroepsbevolking resulteerde dit per saldo in een toename van 110 duizend werkenden.

Instroom werkzame beroepsbevolking groter dan uitstroom

Al sinds juni 2021 groeit de werkzame beroepsbevolking elke maand ten opzichte van drie maanden eerder. Met andere woorden: de instroom is in die periode groter geweest dan de uitstroom. In 2020 en 2021, tijdens de coronapandemie, zijn er een paar hevige schommelingen geweest in deze stromen. In beide jaren was er een sterke daling in de instroom naar werk. In 2020 ging dat gepaard met een piek in de uitstroom; in 2021 bleef die piek uit. In beide jaren volgde een snel herstel naar de niveaus van voor corona.

In maart 2022 was de uitstroom vanuit werk uitzonderlijk laag.