Nieuwe methode om tijdstip overlijden moordslachtoffer te bepalen

DEN HAAG - Nederlandse deskundigen hebben een methode ontwikkeld waarmee het tijdstip van overlijden van een slachtoffer van een misdrijf veel nauwkeuriger kan worden bepaald dan tot dusver het geval is. Het nieuwe rekenmodel kan de marge terugbrengen tot circa 45 minuten. Met de huidige technieken is die marge zeker drie tot zes uur rond het tijdstip van overlijden, of zelfs langer. Het tijdstip van overlijden is cruciale informatie in een opsporingsonderzoek. Hoe kleiner de marge, des te minder potentiële verdachten.

Het nieuwe rekenmodel is ontwikkeld door samenwerking van onderzoekers van Amsterdam UMC, het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), de politie en de TU Delft. Naar verwachting is het model rond de zomer klaar om proef te draaien in zaken, meldt het NFI woensdag.

De techniek die momenteel nog wereldwijd wordt gehanteerd is gebaseerd op een standaard lichaam met een standaard gewicht, onder omstandigheden van een standaard plaats delict (de plek waar het misdrijf zich heeft voorgedaan). Voor het nieuwe model is software ontwikkeld die de afkoeling van het lichaam kan voorspellen. Daarbij wordt een lichaam op de plaats delict volledig in kaart gebracht, in 3D. Op basis van de exacte maten van het lichaam kan de afkoeling worden voorspeld. Voor het bepalen van de lichaamstemperatuur zijn eveneens nieuwe methoden ontwikkeld, waarbij minder sporen dan voorheen worden vernietigd.

Het nieuwe model werkt goed tussen de 0 en 48 uur na het overlijden. Daarna neemt de betrouwbaarheid af, omdat een lichaam dan de omgevingstemperatuur heeft aangenomen. De onderzoekers willen de methode nog verder ontwikkelen, om externe factoren zoals kleding nauwkeuriger te kunnen meten.