Clicky


OM eist zes jaar cel tegen brandstichter tankstation Hoorn

OM eist zes jaar cel tegen brandstichter tankstation Hoorn
03-03-2022 20:09 | Misdaad | auteur Redactie

HAARLEM - De officier van justitie van het Openbaar Ministerie (OM) Noord-Holland heeft zes jaar gevangenisstraf geëist tegen een nu 34-jarige man. Het OM verwijt hem brandstichting met gevaar voor goederen en personen bij een tankstation in Hoorn op 22 mei 2020, en acht tevens poging doodslag op een daar aanwezige klant bewezen. Ook houdt het OM de man verantwoordelijk voor de vernieling van vijf auto’s in Hoorn op 30 april 2020.

Op 22 mei vorig jaar wordt in Hoorn op klaarlichte dag brand gesticht bij een tankstation, op een steenworp afstand van het stadhuis. De verdachte wordt direct aangehouden. Het OM verwijt de nu 34-jarige man brandstichting met gevaar voor personen en goederen. Hij heeft volgens het OM ook geprobeerd een daar aanwezige klant om het leven te brengen door liters benzine over het slachtoffer heen te gieten en te dreigen dat slachtoffer in brand te steken, terwijl de verdachte zocht naar een aansteker. Het destijds 19-jarige slachtoffer heeft op tijd kunnen vluchten via de nooduitgang, die medewerkers van het tankstation in allerijl voor hem openden. Getuigen verklaarden naderhand bij de politie over een enorme steekvlam en een vuurzee. Dit wordt ondersteund door de beschikbare camerabeelden.

Verdachte ligt al jarenlang in de clinch met diverse overheidsinstanties. Hij uit zijn onmacht dikwijls in agressie. Die gedragingen boezemen angst in en nemen in frequentie en zwaarte toe. Soms zijn het spullen die worden vernield, soms moeten betrokken hulpverleners het ontgelden. En op 22 mei moeten onschuldige derden het bijna met hun leven bekopen.

De impact van het feit op de slachtoffers, de omstanders, en de gemeente Hoorn is groot en het tankstation kon een tijdlang niet open. De officier van justitie ter zitting: ‘’Verdachte heeft met zijn handelen naast grote financiële schade, ook paniek, onrust en gevoelens van angst en onveiligheid veroorzaakt. Verdachte mag van geluk spreken dat er niemand gewond is geraakt. Dat dit uiteindelijk niet is gebeurd heeft niets met het handelen van verdachte te maken, integendeel. Voor de slachtoffers is dit een levensbedreigende en traumatiserende ervaring geweest die ik verdachte zeer aanreken.’’ De materiële schadeposten zijn nagenoeg geheel door de verzekering vergoed. Dat geldt ook voor de schade aan de vijf geparkeerde auto’s van politieambtenaren. Volgens het OM heeft de verdachte deze drie weken voor de brandstichting vernield door een steen door de autoruiten te gooien.

De officier van justitie eist een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes jaar voor de brandstichting, poging doodslag en vernieling van vijf auto’s. Ook vindt de officier dat verdachte de schade die nog niet is vergoed aan de slachtoffers moet betalen. Het OM heeft gedurende het strafrechtelijk onderzoek geprobeerd meer informatie te verkrijgen over de persoon van de verdachte, maar hij heeft niet willen meewerken aan psychologische rapportages, observatie en psychiatrisch onderzoek in het Pieter Baan Centrum. Daarom kan het OM niet anders dan verdachte toerekeningsvatbaar houden voor de tenlastegelegde feiten. En dat heeft consequenties voor de strafeis. Het OM betreurt dit en zou liever zien dat verdachte naast straf ook hulp krijgt, zodat herhalingsgevaar beter kan worden ingeperkt.

De rechtbank doet naar verwachting op 17 maart uitspraak