Clicky


Rechtspraak kritisch op wetsvoorstel versterking aanpak ondermijnende criminaliteit

Rechtspraak kritisch op wetsvoorstel versterking aanpak ondermijnende criminaliteit
17-02-2022 11:16 | Binnenland | auteur Redactie

DEN HAAG - Nieuwe manieren om ondermijnende criminaliteit te bestrijden, zoals voorgesteld in het wetsvoorstel versterking aanpak ondermijnende criminaliteit, moeten niet ten koste gaan van rechtsbescherming. Dit stelt de Raad voor de rechtspraak in een vandaag gepubliceerd wetgevingsadvies. Zo staat in het wetsvoorstel onder meer dat goederen waarvan vermoed wordt dat ze een criminele oorsprong hebben voortaan via een nieuwe civiele procedure in beslag genomen en vervolgens geconfisqueerd kunnen worden. De Raad vindt dat onwenselijk omdat deze civiele procedure dan ingezet kan worden om strafrechtelijke waarborgen te omzeilen. Ook kan dit ertoe leiden dat de onderliggende criminaliteit niet wordt aangepakt. 

Met het wetsvoorstel wil de minister ondermijnende criminaliteit effectiever aanpakken. De Raad heeft daar begrip voor, maar vindt dat het in beslag nemen van crimineel vermogen in beginsel via het strafrecht zou moeten lopen. Alleen als de strafrechtelijke procedure niet open staat én confiscatie toch noodzakelijk en proportioneel is zou de civiele procedure toegepast kunnen worden. In veel situaties waarvoor het wetsvoorstel een regeling beoogt te treffen kan de al bestaande ontnemingsprocedure worden gevolgd. Die strafrechtelijke procedure biedt de eigenaar van de goederen meer rechtsbescherming dan een civiele procedure, bijvoorbeeld wanneer de eigenaar niet aanwezig is op de zitting en zich daardoor niet kan verweren. Ook kan een ontnemingsprocedure alleen worden ingezet als iemand daadwerkelijk veroordeeld is voor een strafbaar feit. 

Verder vraagt de Raad de minister om deze nieuwe civiele procedure te voorzien van meer bewegingsruimte voor de rechter, zodat hij een actieve rol kan vervullen. De civiele rechter moet kunnen toetsen of de officier van justitie terecht heeft gekozen voor de inzet van de civiele procedure. De officier van justitie zal de informatie moeten verschaffen op basis waarvan de rechter dit kan beoordelen.