Uithalers horen strafeisen voor overtreden nieuwe uithalerswet

ROTTERDAM - Vandaag, maandag 14 februari staan acht verdachten voor de rechter voor het overtreden van de nieuwe uithalerswet. Sinds 1 januari is die wet van kracht. Alle acht verdachten bevonden zich op het Rotterdamse haventerrein zonder geldige reden.

De eerste twee verdachten, een 27-jarige man uit  Spijkenisse en een 26-jarige Rotterdammer moeten, als het aan de officier van justitie ligt, respectievelijk 10 en 11 maanden de cel in. Ook is een gebiedsverbod voor de haven voor de duur van drie jaar geëist. De reden dat tegen de Rotterdammer een maand langer is geëist, heeft te maken met het feit dat hij eerder is aangehouden met heroïne op zak. Die zaak werd destijds voorwaardelijke geseponeerd. 

De volgende verdachte, een 25-jarige Rotterdammer, bevond zich vorige maand ook op een terminal zonder geldige reden. Ook tegen hem is een celstraf geëist (4 maanden) met daarbij een gebiedsverbod voor alle havens in Nederland voor de duur van drie jaar.

Tegen de vierde verdachte, een 23-jarige Rotterdammer, is zojuist vier maanden celstraf geëist voor het ongeoorloofd aanwezig zijn op een haventerminal. Daarbij een gebiedsverbod voor alle havens in Nederland voor de duur van drie jaar.

De zaak tegen een 20-jarige Rotterdammer wordt aangehouden. Verdachte kan niet in de rechtszaal  aanwezig zijn vanwege corona op zijn gevangenisafdeling.

Een 19-jarige Rotterdammer moet, als het aan de officier van justitie ligt, 8 maanden zitten voor het zonder geldige reden aanwezig zijn op een terminal. Ook in dit geval een gebiedsverbod voor alle havens voor de duur van drie jaar.

Ook tegen de laatste twee verdachten zijn celstraffen geëist. Een 34-jarige Rotterdammer moet als het aan de officier ligt 6 maanden zitten. Een 24-jarige man zonder vast adres in Nederland 5 maanden. Ook voor beiden gebiedsverbod havens voor periode van drie jaar.