Clicky


Strooidiensten vrezen boetes door ontbreken registraties

Strooidiensten vrezen boetes door ontbreken registraties
22-12-2021 20:04 | Weer en Verkeer | auteur ANP

ZOETERMEER - Veel strooi- en veegwagens mogen door een achterstand bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) vanaf 1 januari niet meer de weg op. Daarvoor waarschuwt de koepelorganisatie van gemeentelijke reinigingsdiensten NVRD. Volgens de koepel moet er een uitzondering worden gemaakt zodat "essentiële voertuigen zoals strooiwagens" alsnog zonder gevolgen kunnen uitrukken.

Vanaf 1 januari mogen landbouw- of bouwvoertuigen en dus ook strooiwagens niet langer zonder kenteken de weg op. Bij het RDW moeten de voertuigen geregistreerd worden. Alleen dit jaar kan dat nog zonder keuring. Volgens de NVRD hebben "tientallen leden" die begin december een aanvraag indienden echter te horen gekregen dat die door capaciteitsproblemen niet voor het nieuwe jaar behandeld kan worden.

"Het kan en mag toch niet de bedoeling zijn dat als gevolg van de beperkte capaciteit bij de RDW er zo meteen niet meer gestrooid kan worden", stelt NVRD-directeur Wendy de Wild. Volgens haar zullen alle wagens ook na 1 januari de weg op gaan als het glad dreigt te worden, met of zonder kentekenbewijs. "Onze leden vinden het heel belangrijk om dat werk te doen. Alleen lopen ze dan theoretisch het risico op een boete." Om hoeveel strooi- en veegwagens het precies gaat, is volgens de koepelorganisatie niet duidelijk.

Veel meer aanvragen

Volgens het RDW zijn er de laatste maanden veel meer aanvragen binnengekomen dan verwacht en kan de afhandeling daardoor langer duren. "Het aantal geschatte te registreren voertuigen was 550.000, inmiddels zitten we daar al ruim 100.000 boven", laat een woordvoerder weten, die ook benadrukt dat alle "goed ingevulde aanvragen" meestal binnen een dag zijn verwerkt.

Het RDW heeft Den Haag gevraagd naar een regeling te kijken voor de voertuigen waarvan de kentekenaanvraag vertraging oploopt. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat laat weten de mogelijkheden voor een "coulanceperiode" te onderzoeken. Een woordvoerder stelt dat het ministerie de Tweede Kamer daar "op korte termijn" over zal informeren.